Na 21 jaar (jeugd)psychiatrie blijf ik me nog steeds verbazen over de creativiteit waarmee mensen overeind weten te blijven, ondanks een enorme grote berg ellende waar ze bijna onder begraven worden. Ken je dat? Dat je mensen ziet (of misschien ben je zelf zo iemand) die zóveel op hun bord hebben dat je je eigenlijk alleen nog maar af kunt vragen hoe het komt dat iemand überhaupt nog soort van rechtop staat?
Een enorme kracht schuilt in deze mensen. En als ik iets van ze heb geleerd, dan zijn het deze twee dingen:
- Het zijn altijd weer gewoon heel duidelijk mensen. Noem het psychiatrie, noem het gedragsstoornis, noem het multiproblem, noem het verward; noem het wat je wilt, maar laten we helder zijn over wat het is: menselijkheid. De dingen die ik bij onze hulpontvangers zie, zie ik ook bij jou en mij terug. Bij hen is het extremer, maar het is toch eigenlijk vooral meer van hetzelfde.
- Deze mensen brengen onderhuidse moeilijkheden in onze maatschappij keihard op tafel. De heftige situaties waarin ze zitten, vaak met veel onveiligheid, werken als een soort katalysator. Of het nu gaat om agressie richting professionals, suïcidaliteit, (mogelijke) delicten, huiselijk geweld of kindermishandeling – ze zijn een realiteitscheck voor onze maatschappij: òf we kunnen er mee omgaan, òf niet.
Er is geen ruimte voor ‘een beetje’.
Mensen met hoogcomplexe problematiek zijn als de vroegere kanaries in de mijn: ze brengen onzichtbare ziekmakende processen aan het licht. Hoe ziek de wereld is, ga je pas ervaren als je zelf in die positie zit of naast diegene staat. Dan pas valt op wat er gebeurt. En hoeveel moed het vraagt overeind te blijven daar, vanuit die plek.
Deze mensen laten zich niet in protocolletjes vangen. In spannende situaties kunnen we niet maar even een richtlijn volgen; we moeten creatief zijn. Want als we teveel druk leggen explodeert de boel misschien – en als we het teveel loslaten, dan schiet iemand mogelijk helemaal uit de bocht. Het is met elkaar enorm balanceren en er zijn geen kant-en-klare oplossingen. We hebben niks om op terug te vallen dan onszelf. En hopelijk elkaar.
Niet elke hulpverlener kan daar goed mee overweg. We staan onder druk als hulpverlener, want als het mis gaat, dan wijst de hele wereld naar ons. Dat is eng. En niet iedereen ‘boven’ ons in de hiërarchie is bereid om ons te steunen. Dat is nog veel enger. Ik vind het niet zo gek dat professionals soms totaal in een kramp schieten; vanuit de angst dat een zorgelijke situatie uit de hand loopt. Het is een begrijpelijke maar ziekmakende dynamiek, die onderhuids voor ernstig falen van de hulpverlening kan zorgen. Laatst kwam dit voorbeeld van een uit de hand gelopen kramp vanuit Veilig Thuis voorbij, waar ze maar niet konden accepteren dat er een familie wèl een veilige situatie was.
Omgaan met ingewikkelde situaties vraagt moed. Omdat je niet terug kunt vallen op een protocol. Omdat je nooit zekerheid hebt over wat een ander gaat doen. Omdat je ook nooit zekerheid hebt over een goede uitkomst. En omdat je als hulpverlener – en hulpontvanger! – het risico op een slechte afloop niet alleen kunt dragen, en dus anderen nodig hebt.
In het omgaan met complexe problematiek komen de pijnpunten en tekortkomingen van de omgeving – van de samenleving als geheel en de hulpverlening in het bijzonder – genadeloos op tafel. Hulpverleners die naast de hulpontvanger gaan staan worden onderdeel van de katalysator. De krachten zijn groot; zowel positief als negatief. Sommige professionals geven daadwerkelijk steun; anderen draaikonterij of enkel kritiek en oordelen. Ondersteuning bieden op maat, die recht doet aan de situatie, vraagt moed. Steeds met elkaar te blijven kijken wat er nu daadwerkelijk gebeurt, omdat niks ooit echt is wat het lijkt. Blijven staan voor de keuzes die je maakte, ook als er kritiek komt, vraagt moed. En dat wordt een stuk makkelijker als we het samen doen. Want als individu zijn we klein en kwetsbaar, en de wereld is heel groot en heel ziek. We hebben elkaar nodig om te blijven staan en die zieke wereld in de ogen te kijken.
Hoe meer moedige, steunende mensen er zijn, hoe meer we elkaar kunnen versterken; elke keer opnieuw. Voor de meest kwetsbaren, maar ook voor jou en mij en ons allemaal. Want die ‘meest kwetsbaren’? Die zijn eigenlijk een hele krachtige katalysator die ons laat zien hoe en waar de rotte plekken in onze maatschappij zitten. En gelukkig vertellen ze ons meestal heel duidelijk wat we eraan kunnen doen.
Wat mij betreft mogen we deze mensen koesteren.
Voor nu: Hele fijne dagen en een krachtig 2020!
Maartje Goverde,
Schrijver, blogger, psychiatrisch verpleegkundige Interactiekracht
Bestuurder Stichting Uitblinkers