Het is belangrijk om op de juiste manier met antibiotica om te gaan en alleen te gebruiken als het nodig is.
Huisartsen in Nederland schrijven minder vaak antibiotica voor. In ziekenhuizen is er geen daling te zien. Maar vergeleken met andere landen wordt er in ons land relatief weinig antibiotica voorgeschreven voor mensen. Ook het aantal bacteriën dat resistent is tegen antibiotica is de afgelopen jaren in ons land stabiel. Dat blijkt uit twee onderzoeksrapporten over antibioticagebruik en -resistentie in Nederland, bij mensen en dieren. Om antibiotica ook in de toekomst te kunnen gebruiken, moeten we blijven werken aan de bestrijding van antibioticaresistentie.
Het is belangrijk om op de juiste manier met antibiotica om te gaan en alleen te gebruiken als het nodig is. Hoe vaker antibiotica worden gebruikt, hoe vaker bacteriën resistent (ongevoelig) worden. De antibiotica werken dan niet meer en infecties zijn daardoor moeilijker te behandelen. Vooral voor kwetsbare mensen kan dit ernstige gevolgen hebben. De afgelopen jaren schreven huisartsen steeds minder antibioticakuren voor. In ziekenhuizen daarentegen steeg het totale antibioticagebruik in 2016 ten opzichte van het voorgaande jaar.
Voorschrijfgedrag
Hoewel we in Nederland terughoudend zijn met het gebruik van antibiotica, kan het nog beter. Zo worden er antibiotica voorgeschreven in situaties waarvan de richtlijnen aangeven dat ze niet nodig zijn. Er is daarom meer informatie nodig over het individuele voorschrijfgedrag van huisartsen en artsen in ziekenhuizen en verpleeghuizen. We hebben op dit moment inzicht in het totale gebruik van antibiotica in Nederland. Daarvan weten we dat de kwaliteit gemiddeld goed is. Maar tussen regio’s en artsen onderling komen belangrijke verschillen in voorschrijven voor.
Uit verkennend onderzoek van het RIVM blijkt dat het mogelijk is om die informatie te verkrijgen op basis van bestaande datasystemen, zonder dat artsen onnodig worden belast met extra registratiewerk. Daarmee wordt inzichtelijk welke artsen al goed bezig zijn en waar eventueel verbeteringen mogelijk zijn. Deze informatie kan worden ingezet om artsen te stimuleren het voorschrijfgedrag verder te verbeteren.
Resistentie
Het aantal bacteriën dat resistent is tegen antibiotica bij mensen is vorig jaar in ons land stabiel gebleven. Wel komen de laatste vijf jaar vaker ESBL-bacteriën voor bij patiënten van zowel huisartsen als ziekenhuizen. ESBL- bacteriën maken stoffen aan die veelgebruikte antibiotica, zoals penicilline, kunnen uitschakelen. Infecties zijn hierdoor moeilijker te behandelen. Er moet dan vaker gebruik worden gemaakt van soorten antibiotica die alleen als laatste redmiddel worden ingezet.
Antibiotica en resistentie bij dieren
Het totale antibioticagebruik voor dieren was in 2017 vergelijkbaar met 2016. In sommige diersectoren daalde het gebruik, terwijl het in andere sectoren licht toenam. Antibiotica die belangrijk zijn om infecties bij mensen te behandelen, zijn de afgelopen jaren nauwelijks meer ingezet voor dieren. Zo is het aantal ESBL-bacteriën verder afgenomen bij bijna alle soorten dieren die voor de voedselproductie worden gebruikt. Een uitzondering daarop zijn vleeskalveren, waar een lichte toename is gezien.
De afname van resistentie in dieren laat eenzelfde afname zien als het antibioticagebruik in dieren. In pluimvee is de resistentie het meest afgenomen.
Maatregelen
In de afgelopen jaren zijn in Nederland extra maatregelen genomen om antibioticaresistentie te bestrijden. Het gaat om maatregelen in de gezondheidszorg, bij dieren, in voeding en in het milieu. Om de aanpak in de gezondheidszorg te ondersteunen zijn in 2017 ‘regionale zorgnetwerken’ opgezet. Zij hebben de taak om de samenwerking tussen verschillende professionals in de zorg te stimuleren bij de bestrijding van antibioticaresistentie. Daarnaast is er meer aandacht voor antibioticaresistentie in verpleeghuizen. Zo is een onderzoek gestart waarin wordt gemeten hoeveel bewoners resistente bacteriën bij zich dragen. De uitkomst hiervan wordt eind 2018 verwacht.