Bij mannen is het praten over ongewild kinderloos zijn zo mogelijk nog lastiger dan bij vrouwen
Wordt er bij vrouwen niet graag gepraat over ongewild kinderloos zijn, bij mannen is het ongewild kinderloos zijn zo mogelijk nog lastiger. In de regel horen we hier maar weinig over, terwijl het toch veel voorkomt. En net zoals vrouwen hebben ook mannen hier veel verdriet van. Hier moet meer aandacht voor komen.
In het radio 1 programma Nieuws&co gaf Didi Braat een interview hierover en de NOS schreef hier ook online een uitgebreid artikel over op https://nos.nl/l/2202210.
Op de polikliniek voortplantingsgeneeskunde in het Radboudumc worden veel paren gezien die geconfronteerd worden met hun onvervulde kinderwens. Jaarlijks zijn dat ongeveer 1500 paren die graag een kind willen, maar bij wie dat niet wil lukken.
In het algemeen ligt de oorzaak van onvruchtbaarheid in 30% van de gevallen bij de vrouw, voor 30% bij de man, en in 30% van de gevallen bij beiden. In de overige 10% van de gevallen kan geen oorzaak worden gevonden. Het Radboudumc ziet juist een groot aantal paren waarbij het probleem bij de man ligt.
Meestal is het aantal zaadcellen dan verminderd en wordt IVF/ICSI toegepast. Maar ook als er helemaal geen zaadcellen in de zaadlozing zitten, bestaat de mogelijkheid om een TESE-behandeling toe te passen, waarbij de uroloog een stukje weefsel weghaalt uit de zaadbal en op het lab gekeken wordt of er zaadcellen inzitten, die dan kunnen worden gebruikt voor ICSI.
In het Radboudumc wordt de grootste groep "TESE-mannen" van Nederland behandeld; in 2016 waren dat er 210, waarvan er bij 118 mannen zaadcellen werden gevonden en er een ICSI behandeling kon worden gestart. In 2016 werden 192 ICSI/TESE cycli gestart, waarbij 59 paren een kind kregen (30,7% per cyclus).
Over onvruchtbaarheid bij vrouwen en de psychische gevolgen hiervan is al veel onderzocht en geschreven. Voor mannen ligt dit anders. Veel mannen kampen met hun onvruchtbaarheid en hebben daar toch meer problemen mee dan op het eerste oog zichtbaar is. Om meer inzicht te krijgen in deze situaties doet de afdeling voortplantingsgeneeskunde van het Radboudumc al jarenlang onderzoek naar de gevoelens van zowel mannen als vrouwen bij vruchtbaarheidsproblemen.
Al voor het eerste consult krijgen alle patiënten een vragenlijst toegestuurd om in te kunnen schatten welke patiënten een groter risico lopen op emotionele problemen. Deze krijgen dan psychische hulp aangeboden. Uit ons onderzoek blijkt dat er geen verschil is in spanning en somberheid bij mannen of vrouwen. Maar daarentegen geven TESE-mannen significant vaker aan dan andere mannen dat het vruchtbaarheidsprobleem hun leven beheerst. Ook bleek dat TESE-mannen minder steun ervaren vanuit hun omgeving dan hun partners. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat mannen het moeilijk vinden om er met hun omgeving over te praten en zich vaak schamen of zich schuldig voelen over het feit dat het "aan hen" ligt.
Het is belangrijk dat hier meer aandacht voor komt. Dat professionals niet alleen aandacht hebben voor de emoties van vrouwen, maar hier ook specifiek naar vragen bij mannen en zo nodig hulp aanbieden. En daarnaast moeten mannen geholpen worden om handvatten te krijgen om het onderwerp zelf ter sprake te kunnen brengen, zowel in de spreekkamer als in hun privé-omgeving.