Gemeenten zijn sinds de ratificering van het VN-verdrag Handicap wettelijk verplicht om een Lokale Inclusie Agenda op te stellen
Een scherp debat met een matig resultaat. Zo vat Illya Soffer in een interview met Binnenlands Bestuur het Tweede Kamerdebat samen over de uitvoering van het VN-verdrag Handicap.
Illya Soffer vindt het enorm teleurstellend dat minister De Jonge de Lokale Inclusie Agenda (de gemeentelijke vertaling van het verdrag) geen extra impuls heeft gegeven. Gemeenten zijn sinds de ratificering van het VN-verdrag Handicap wettelijk verplicht om een Lokale Inclusie Agenda op te stellen, maar tot nu heeft minder dan een kwart van alle gemeenten zo’n agenda. De minister liet weten dit niet te willen afdwingen bij gemeenten. Gek, vindt Soffer: als mensen met een beperking een klein foutje maken, krijgen ze allerlei maatregelen en sancties op hun dak, maar de minister kan gemeenten niet dwingen om zich aan de wet te houden.
Laaghangend fruit
Minister De Jonge benadrukte tijdens het debat dat het verdrag niet ‘in één keer te realiseren’ is, maar dat er wel ‘vooruitgang’ wordt geboekt. Soffer beaamt dat, maar merkt wel op dat de aandacht van de minister vooral zit in het laaghangend fruit. Fysieke toegankelijkheid in de openbare ruimte is inderdaad verbeterd, zegt Soffer, maar ‘een inclusieve speeltuin maken kost nu eenmaal minder politiek sap dan echt inclusief beleid maken in zorg, inkomen en welzijn.’ In het regeerakkoord wordt het verdrag genoemd zonder daar een geldbedrag aan te koppelen, terwijl er daadwerkelijk investeringen nodig zijn.
Lees hier het hele interview op Binnenlands Bestuur ‘Scherp debat, matig resultaat’