Te weinig investeringen in de wijkverpleging zou een zorg van iedereen moeten zijn

Uit de begroting van het ministerie van VWS bleek dat er minder geld is uitgegeven aan wijkverpleging dan begroot. ‘Het gaat om een bedrag van 812 miljoen euro’, legt zorgbestuurder Jeroen van den Oever namens de ActiZ kerngroep Zorg Thuis uit, ‘mogelijk nog oplopend tot een miljard.’ Het is volgens ActiZ waarschijnlijk dat er meerdere oorzaken zijn waardoor dit gebeurt, maar dat maakt de zorgen niet minder. ‘Lagere uitgaven dan gepland klinkt positief, maar te weinig investeringen in wijkverpleging is slecht nieuws voor de zorg.’

Verbazing
De verbazing was groot bij ActiZ, toen de begroting van het ministerie van VWS op Prinsjesdag openbaar werd. Begrootte uitgaven voor wijkverpleging worden bij lange na niet gehaald. Lagere uitgaven aan wijkverpleging klinken positief, maar zijn het volgens ActiZ niet. ‘Overheid, reken je niet rijk’, stelt Van den Oever. ‘De toekomst van de zorg is thuis. Niet voor niets is in het Integraal Zorgakkoord geconstateerd dat dat er herstelwerk voor de wijkverpleging nodig was en dat investeringen in de eerstelijnszorg nodig waren. Alleen zo kan de toenemende zorgvraag door de vergrijzing en het achterblijven van groei in zorgpersoneel worden opgevangen. Als het dan niet lijkt te lukken om te investeren, moet iedereen zich dat aantrekken.’ ActiZ wil dan ook samen met partijen als ZN en NZa zoeken naar oorzaken en oplossingen. De branchevereniging pleit voor een investeringsagenda.

Lagere uitgaven door meerdere oorzaken
De wijkverpleging laat mensen langer zelfstandig thuis wonen, helpt opnames in het ziekenhuis te voorkomen, mensen na een behandeling thuis te herstellen en ontlast de huisarts. Dat er desondanks juist veel minder dan begroot is uitgegeven is daarom te betreuren. ActiZ ziet verschillende mogelijke oorzaken, die deels ook te maken hebben met de noodzaak wijkverpleging te versterken.

Positief is dat door gerichtere inzet van thuiszorgtechnologie en passende zorg meer cliënten zorg krijgen die hoog gewaardeerd wordt, maar minder tijd vraagt. Tegelijkertijd kampt wijkverpleging net als veel andere sectoren met personeelskrapte en ziet de branchevereniging van zorgorganisaties een groei van Wlz-zorg thuis. Daarnaast ziet ActiZ ook krappe tariefstellingen en gebrek aan vergoeding voor systeemfuncties als een oorzaak van de onderbesteding in de wijkverpleging.

Investeringsagenda wijkverpleging
‘Het is zaak dat zorgaanbieders zich samen met zorgverzekeraars inzetten voor een sterke wijkverpleging’, aldus Van den Oever. ‘We zijn natuurlijke partners en met elkaar hebben we geconstateerd in het Integraal Zorgakkoord dat herstel van wijkverpleging nodig is.’ ActiZ ziet voor de korte termijn drie mogelijkheden hoe zorgverzekeraars en zorgorganisaties samen de handschoen kunnen oppakken. ‘Laten we het een gezamenlijke investeringsagenda wijkverpleging noemen.’

Objectieve kostentools
Als eerste het gebruik van objectieve kostentools. Zorgverzekeraars Nederland en ActiZ ontwikkelden samen kostentools om tot reële tarieven te komen. ‘Het is belangrijk deze te benutten in de gesprekken over reële tarieven’, geeft Van den Oever aan. ‘En van daaruit ook het gesprek te voeren met elkaar over visie op wijkverpleging in de regio.’

Systeemfuncties als spil in de zorg
Zet als zorgverzekeraar vol in op de beschikbaarheidsfuncties (systeemfuncties) van de wijkverpleging, beveelt ActiZ aan. Zoals de herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging, coördinatie van avond-, nacht- en weekenddiensten en verpleegtechnische teams die herstel thuis mogelijk maken. Maar ook wijkgerichte preventie en reablement krijgen nog niet de erkenning en aandacht die het verdient. Nog altijd krijgt ActiZ signalen dat dit niet overal goed van de grond komt. Van den Oever: ‘Hierdoor missen we cliënten en kan de wijkverpleging niet haar rol spelen om zwaardere zorg te voorkomen.’

Aantrekkelijke arbeidsmarkt
Tot slot ziet ActiZ een gezamenlijk verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars en zorgaanbieders voor het creëren van een aantrekkelijke arbeidsmarkt. Met concurrerende ‘ salarissen en ruimte voor investeringen die werkdruk van professionals verlaagt en waarin ruimte is voor professionele ontwikkeling, ‘Een sterke wijkverpleging is een topplek om in te werken’, claimt Van den Oever. ‘Een unieke plek ook, want waar anders kom je zo achter de voordeur bij cliënten?' Passende tarieven zijn nodig voor het repareren van de salarisachterstand en aan aantrekkelijke werkomstandigheden van mensen in de wijkverpleging. Het CBS liet zien dat zorgmedewerkers ondanks de eerste overheidsinvestering zorgbreed van 675 mln een paar jaar geleden, nog steeds 6-7% achter lopen ten opzichte van overheid en marktsectoren.

Lagere uitgaven klinkt positief, maar te weinig investeringen in wijkverpleging is slecht nieuws voor de zorg. Jeroen van den Oever\ActiZ kerngroep Zorg Thuis

Bron: ActiZ