Naast het verlenen van hulp bij ongevallen op de weg of het spoor gaat het ook om ongelukken binnen en buiten het huis
De meldkamer van de brandweer kreeg in 2019 238 duizend meldingen te verwerken, 3 procent minder dan een jaar eerder. Zowel voor hulpverlening als voor brand daalde het aantal meldingen en alarmeringen. De alarmeringen om hulp vormen een steeds belangrijker deel van de inzet van de brandweer. Het gaat hierbij om hulp bij ongelukken of reanimaties maar ook bij incidenten zoals wateroverlast, stormschade of buitensluiting. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
De brandweer kreeg in 2019 meer dan 122 duizend verzoeken om hulp, 3,3 procent minder dan het jaar daarvoor. Doordat een deel van de meldingen door de meldkamer zelf werd afgehandeld, werd de brandweer bij 71 duizend meldingen gealarmeerd, 2 procent minder dan een jaar eerder. Vergeleken met 2014 is dat 21 procent (12,5 duizend) meer.
Het aandeel hulpverlening maakt een steeds groter deel uit van de werkzaamheden van de brandweer. In 2014 had nog een kleine 40 procent van de alarmeringen voor de brandweer betrekking op hulp, in 2019 was dat bijna 50 procent.
Brandweer vaker gealarmeerd voor gezondheidsproblemen of ongelukken
De laatste jaren biedt de brandweer steeds vaker assistentie bij het onwel worden van mensen of een reanimatie. In 2014 werd de brandweer nog 7,3 duizend keer opgeroepen om hulp te verlenen bij gezondheidsproblemen, in 2019 was dit 14,5 duizend keer.
Verder kwam de brandweer ook steeds vaker in actie in verband met een ongeval. In 2014 werd de brandweer iets meer dan 9,4 duizend keer gealarmeerd om hulp te bieden bij een ongeval, vijf jaar later was dat opgelopen naar 12,6 duizend (+34 procent).
Naast het verlenen van hulp bij ongevallen op de weg of het spoor gaat het ook om ongelukken binnen en buiten het huis.
Alarmeringen brandweer vaker bij stormschade of wateroverlast
De brandweer komt de laatste jaren ook steeds vaker in actie in verband met zaken die te maken hebben met de leefomgeving van burgers, zoals een stormschade of wateroverlast. Een piekjaar was 2015, toen in juli een storm over Nederland raasde.
In 2019 werd de brandweer iets meer dan 17 duizend keer voor deze zaken gealarmeerd, 66 procent meer dan in 2014.
Dienstverlening aan burger speelt laatste jaren vaker een rol bij brandweer
Niet alleen wordt de brandweer vaker gealarmeerd in verband met een ongeval, acute gezondheidsproblemen of wateroverlast, ook dienstverlening speelt een steeds belangrijker rol. Het gaat hier bijvoorbeeld om het bevrijden van mensen uit een lift, het bevrijden van een dier uit een boom of sloot of om hulpverlening aan iemand die zichzelf heeft buitengesloten. In deze categorie was het aantal alarmeringen vorig jaar 10,6 procent hoger dan in 2014.
Minder alarmeringen van brand door automatische brandmeldinstallaties
Het aantal brandmelding dat bij de brandweer binnenkomt laat de laatste jaren een dalende trend zien. De brandweer kreeg in 2019 meer dan 115 duizend brandmeldingen, 2 procent minder dan het jaar daarvoor. In bijna twee derde van de gevallen (72 duizend) werd de brandweer daadwerkelijk gealarmeerd, 5 procent minder dan in 2018.
Van de brandmeldingen is 56,4 procent afkomstig van automatische brandmeldinstallaties. Meldkamers handelden vorig jaar meer dan de helft van deze automatische meldingen zelf af. Dit leidde tot zo’n 30 duizend alarmeringen in de kazernes, een daling van 42 procent vergeleken met 2014. Het is het vijfde jaar waarin sprake is van een daling.
Het aantal telefonische meldingen van brand was in 2019 ten opzichte van een jaar eerder licht gedaald naar ongeveer 50 duizend. Bij 8,6 duizend meldingen werd de melding door de meldkamer afgehandeld, in bijna 42 duizend gevallen leidde de melding tot een alarmering.
Lichte daling responstijden
De gemiddelde responstijd van de brandweer was in 2019 iets kleiner dan een jaar eerder. Gemiddeld duurde het 7,8 minuten voordat de brandweer ter plaatse was, 0,1 minuten (6 seconden) sneller dan in 2018.
Zowel de gemiddelde uitruk- als de rijtijd daalde iets, terwijl de gemiddelde alarmeringstijd iets toenam.