Ook in de tweede golf overlijden relatief meer Wlz-zorggebruikers (20 procent oversterfte), maar het verschil met de overige bevolking is nu minder groot
De oversterfte tijdens de eerste golf van de corona-epidemie was na negen weken voorbij, maar tijdens de tweede golf is de sterfte na eenzelfde tijd nog steeds verhoogd. In week 47 (16 tot en met 22 november 2020) overleden naar schatting 3 350 mensen en is de sterfte ongeveer 350 hoger dan verwacht voor deze periode. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.
Tijdens de eerste golf overleden in negen weken (week 11 tot en met week 19) bijna 9 duizend meer mensen dan je in deze periode zou verwachten. In de eerste negen weken van de tweede golf (week 39 tot en met week 47) was de oversterfte naar schatting 3,9 duizend.
Vanaf week 39 is de wekelijkse sterfte hoger dan verwacht. Sindsdien overleden bijna 30 duizend mensen. Naar schatting zouden er in die weken (week 39 tot en met week 47) bijna 26 duizend mensen overlijden als er geen corona-epidemie was geweest. De oversterfte was daarmee 3,9 duizend. In de eerste golf (week 11 tot en met week 19) overleden er 36 duizend mensen, terwijl zonder corona naar schatting 27 duizend mensen zouden overlijden. In deze periode was de oversterfte 9 duizend.
In de periode voor de eerste golf (week 1 tot en met week 10) overleden er ruim 2 duizend mensen minder dan verwacht. Tussen de eerste en tweede golf (week 20 tot en met week 38) overleden er evenveel mensen als verwacht. In deze periode was er tijdens de hittegolf (week 33 en 34) sprake van oversterfte, in de andere weken was de sterfte gemiddeld wat lager dan verwacht als er geen corona-epidemie was geweest.
Relatieve oversterfte meer dan gehalveerd
In de eerste golf van de corona-epidemie (week 11 tot en met 19) overleden 33 procent meer mensen dan verwacht, tegen 15 procent in de eerste negen weken van de tweede golf (week 39 tot en met week 47). De relatieve oversterfte is dus meer dan gehalveerd.
Tijdens de eerste en tweede golf overleden in alle leeftijdsgroepen meer mensen, maar vooral onder 65-plussers. In de tweede golf is er bijna geen sprake meer van oversterfte bij de groep jonger dan 65 jaar, terwijl deze in de eerste golf nog 14 procent was.
Net als in de eerste golf overlijden er ook in de tweede golf meer mannen dan vrouwen. In week 39 tot en met week 47 was de sterfte onder mannen 18 procent hoger dan verwacht, terwijl de sterfte onder vrouwen 12 procent hoger was dan wanneer er geen corona-epidemie was geweest.
De sterfte onder mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg was in de eerste golf sterk verhoogd (52 procent oversterfte). Ook in de tweede golf overlijden relatief meer Wlz-zorggebruikers (20 procent oversterfte), maar het verschil met de overige bevolking is nu minder groot.
Regionale spreiding
In de eerste golf was de sterfte vooral verhoogd in Limburg en Noord-Brabant. In de eerste negen weken van de tweede golf (week 39 tot en met week 47) is de relatieve oversterfte het hoogst in Zuid-Holland (26 procent), gevolgd door Overijssel (20 procent). In Limburg is de oversterfte tijdens de tweede golf daarentegen laag (5 procent). Als enige provincie is in Drenthe de oversterfte in de eerste negen weken van de tweede golf hoger dan in de eerste golf. Groningen heeft in beide golven geen oversterfte gehad en Zeeland (nog) niet in de tweede golf.
Sterfte aan COVID-19 tot en met juni bekend
De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de dagelijkse berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Deze informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met juni 2020 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden iets meer dan 10 duizend mensen aan COVID-19 van maart tot en met juni 2020, zoals het CBS op 1 oktober publiceerde. De oversterfte in die periode wordt dus volledig veroorzaakt door sterfte aan het nieuwe coronavirus. Meer informatie over de regionale verdeling van de sterfte aan COVID-19 op basis van de doodsoorzakenverklaringen is te vinden in het op 26 november gepubliceerde nieuwsbericht van het CBS.
Informatiebronnen RIVM
Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zullen de werkelijke aantallen overleden COVID-19 patiënten in Nederland waarschijnlijk hoger zijn.
Tot en met juni 2020 heeft het RIVM 6 180 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd. In week 39 tot en met week 47 registreerde het RIVM 2 646 overleden COVID-19-patiënten (stand 24 november 2020). In de tussenliggende periode ging het om minder dan 200 overleden COVID-19-patiënten.
Schatting week 47
De cijfers over week 47 zijn een schatting op basis van 83 procent van de ontvangen overlijdensberichten. Vrijdag 4 december publiceert het CBS voorlopige cijfers over de sterfte in week 47. De cijfers zijn dan completer.