Dit blijkt uit de eerste Monitor cliëntondersteuning van het RIVM
Onafhankelijke cliëntondersteuning is al langere tijd beschikbaar om met mensen mee te denken over zorg en ondersteuning. Mensen die een cliëntondersteuner aan hun zijde hebben, geven aan dat ze ontlast worden als er iemand met ze meedenkt en weet welke wetten en regels er gelden, zeker bij complexe zorgvragen. Maar veel mensen weten niet dat ze een cliëntondersteuner kunnen krijgen en hoe ze ermee in contact kunnen komen. Dit blijkt uit de eerste Monitor cliëntondersteuning van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu .
Een cliëntondersteuner geeft informatie, advies en korte tijd ondersteuning om de cliënt op weg te helpen bij hulpvragen. Het gaat hierbij om vragen over bijvoorbeeld maatschappelijke ondersteuning, zorg, jeugdhulp, onderwijs, wonen, werk en inkomen. Het doel van cliëntondersteuning is de zelfredzaamheid en participatie van mensen te versterken. Een belangrijk uitgangspunt bij cliëntondersteuning is dat deze onafhankelijk is. De cliëntondersteuner is er voor de cliënt en handelt in zijn of haar belang. Gemeenten en zorgkantoren zijn wettelijk verantwoordelijk voor het aanbod van cliëntondersteuning; hier kunnen mensen met hun (complexe) hulpvraag terecht. De uitvoering wordt gedaan door cliëntondersteuningsorganisaties en zelfstandigen.
Cliëntondersteuner ontlast mensen
Clientondersteuners zijn professionals met kennis over het aanbod in zorg en ondersteuning en ze weten de weg hiernaartoe. Cliënten ervaren cliëntondersteuners als deskundig en professioneel. 7 op de 10 ondervraagde cliënten voelt zich voldoende geholpen en gesteund. 8 op de 10 geeft aan dat de cliëntondersteuner voldoende tijd aan hem/haar heeft besteed.
Onbekendheid met cliëntondersteuning
Uit de monitor blijkt dat mensen met een ziekte of aandoening meer gebruik van clientondersteuning hadden willen maken. De helft van deze potentiële cliënten weet echter niet van het bestaan van cliëntondersteuning. Ook zijn niet alle professionals die mensen op cliëntondersteuning kunnen wijzen, zoals huisartsen en wijkverpleegkundigen, ermee bekend (46 procent). Uit gesprekken met cliëntondersteuners, cliënten en gemeenten blijkt dat een aantal zaken rond cliëntondersteuning onduidelijk zijn. Zo is het niet altijd duidelijk wat de rol van de cliëntondersteuner precies is en hoe die zich verhoudt tot andere partijen in de zorg.
Over de monitor
Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft de Monitor cliëntondersteuning 2020 – cijfers en ervaringen ontwikkeld in opdracht van het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport . Het RIVM heeft in kaart gebracht hoe het er voor staat met de vraag, het aanbod, de bekendheid en kwaliteit van cliëntondersteuning in Nederland. De monitor bevat cijfers uit vragenlijstonderzoeken en ervaringen uit interviews met onder andere cliëntondersteuners en cliënten.