Veel sekswerkers hadden tijdens de coronacrisis geen toegang tot een financieel steunpakket vanuit de overheid, zoals andere beroepen wel hadden
Sekswerkers zijn vorig jaar onevenredig hard getroffen door de coronamaatregelen. Zij mochten niet werken, maar kregen ook geen financiële steun van de overheid. Hierdoor raakte 65 procent van de sekswerkers in financiële problemen. Van degenen die (illegaal) doorwerkten, kreeg 40 procent te maken met fysiek of seksueel geweld. Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC, Soa Aids Nederland en sekswerkers die als community-onderzoeker meewerkten.
Veel sekswerkers hadden tijdens de coronacrisis geen toegang tot een financieel steunpakket vanuit de overheid, zoals andere beroepen wel hadden. Daardoor kreeg 65 procent financiële problemen. Eén op de drie kon zelfs geen rekeningen meer betalen of boodschappen doen. ‘Daardoor voelden ze zich gedwongen om illegaal door te werken’, zegt onderzoeker Mariëlle Kloek van het Erasmus MC. In het eerste coronajaar werkte 55 procent van de sekswerkers illegaal door en in 2021 90 procent.
Aan het onderzoek hebben 106 sekswerkers meegedaan in 2020 en 196 in 2021. Zij vulden vragenlijsten in. Daarnaast hielden de onderzoekers groepsdiscussies om de verhalen achter de antwoorden en cijfers te horen. Het onderzoek includeerde cisgender mannen en vrouwen, transgender mannen en vrouwen en non-binaire mensen.
Fysiek en seksueel geweld
De illegale werksituatie bracht sekswerkers in een kwetsbare positie qua veiligheid en gezondheid. Ruim 40 procent kreeg te maken met fysiek of seksueel geweld. Kloek: ‘Sommige sekswerkers moesten uitwijken naar onveilige werkplekken, uit angst voor politiecontrole. Ook accepteerden ze vaker klanten die ze anders af zouden wijzen.’
Aangiftes bleven vaak achterwege. Van de 45 procent sekswerkers met reden om aangifte te doen bij de politie is minder dan de helft (21 procent) daadwerkelijk naar de politie gegaan, waarbij in 6 procent van de gevallen de politie het serieus genoeg achtte. Uiteindelijk deed 4 procent van de sekswerkers aangifte. Veel sekswerkers deden geen aangifte uit angst voor de gevolgen van het illegale sekswerk. ‘Wie gepakt werd kon boetes te krijgen, uit huis gezet worden of zelfs het land uitgezet worden.’
Onaanvaardbare schade
De covid-19 pandemie maakte het mogelijk onderzoek te doen in en naar een unieke situatie. ‘Voor het eerst hebben sekswerkers in Nederland ervaren wat er gebeurt als hun werk volledig illegaal is. De schade en onveiligheid die dat heeft gegeven is onaanvaardbaar.’ Kloek pleit er daarom voor dat de overheid het makkelijker maakt voor sekswerkers om legaal te werken. ‘Wanneer sekswerkers niet legaal kunnen werken en in een lockdown onvoldoende financieel gesteund worden komt hun veiligheid en gezondheid in het gedrang. Behandel sekswerkers daarom op dezelfde manier als werkenden in andere contactberoepen.’
‘Betrek sekswerkers bij het opstellen van beleid’
Kloek hoopt dat de resultaten van haar onderzoek een wijze les zijn voor als later dit jaar de Wet Regulering Sekswerk (WRS) wordt ingevoerd. Een deel van die wet behelst een landelijke registratie- en vergunningsplicht voor sekswerkers. ‘Veel sekswerkers kunnen daardoor, vanuit privacyoverwegingen of omdat ze niet aan de voorwaarden kunnen voldoen, straks niet meer legaal werken. Dan keert die situatie van tijdens corona deels terug. We moeten dus nu al nadenken over hoe we dat gaan voorkomen.’ Kloek adviseert: ‘Betrek sekswerkers in de toekomst bij het opstellen van beleid om eventuele schadelijke gevolgen zo veel mogelijk te voorkomen.’
Deze resultaten van het onderzoek maken deel uit van een groter onderzoek naar sekswerk in coronatijd. Het volledige onderzoek wordt later dit jaar openbaar.