Apotheekbezoekers kunnen op basis van hun geneesmiddelengebruik worden onderverdeeld in drie groepen: zorgintensieve, chronische en incidentele patiënten
Van de 13 miljoen apotheekbezoekers in 2023 gebruikten 1,8 miljoen mensen chronisch geneesmiddelen uit vijf of meer therapeutische groepen. Deze zorgintensieve patiënten gebruikten vooral verschillende soorten CVRM-medicatie en bijbehorende comedicatie. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Apotheekbezoekers kunnen op basis van hun geneesmiddelengebruik worden onderverdeeld in drie groepen: zorgintensieve, chronische en incidentele patiënten. Zorgintensieve patiënten, ook wel polyfarmacie-patiënten genoemd, gebruiken chronisch geneesmiddelen uit vijf of meer verschillende therapeutische groepen (ATC3-niveau). Van chronisch gebruik is sprake als meer dan drie keer per jaar hetzelfde geneesmiddel wordt verstrekt of als minimaal één keer een hoeveelheid wordt verstrekt voor een gebruiksduur van negentig dagen of meer. Wanneer patiënten langdurig uit maximaal vier verschillende groepen middelen gebruiken, worden ze geclassificeerd als chronische patiënten. Incidentele patiënten gebruiken af en toe, dus niet chronisch, een geneesmiddel.
Zorgintensief
In 2023 verstrekten openbare apotheken geneesmiddelen aan zo’n 13 miljoen mensen, van wie 1,8 miljoen patiënten als zorgintensief kunnen worden aangemerkt. Het aandeel zorgintensieve patiënten binnen de apotheek bedroeg hiermee 14%, eenzelfde percentage als in de afgelopen vijf jaar. Twee derde van de zorgintensieve patiënten gebruikte middelen uit vijf, zes of zeven geneesmiddelengroepen chronisch, en zo’n 15% gebruikte middelen uit tien of meer verschillende groepen.
Het aantal chronische apotheekbezoekers kwam afgelopen jaar uit op 6,1 miljoen, 46% van alle apotheekbezoekers, en de overige 5,2 miljoen patiënten (40%) waren incidentele geneesmiddelgebruikers.
CVRM
De top 10 van meest gebruikte geneesmiddelgroepen door polyfarmaciepatiënten wordt gedomineerd door CVRM-medicatie en de hierbij aanbevolen comedicatie. Vier geneesmiddelgroepen worden door meer dan de helft van het aantal zorgintensieve patiënten chronisch gebruikt. Op de eerste plaats zijn dit de maagzuurremmers, die door 74% van de zorgintensieve patiënten langdurig worden toegepast. Daarna komen de antitrombotica (66%), op de voet gevolgd door de cholesterolverlagers (65%). De vierde groep betreft de bètablokkers, die door meer dan de helft (52%) van de polyfarmaciepatiënten chronisch worden gebruikt.
Bron: SFK