Immunotherapie, ook wel desensibilisatie genoemd, wordt toegepast bij bepaalde types van allergie wanneer antihistaminica en/of corticosteroïden niet helpen
Openbare apotheken verstrekten in 2023 ruim 74.000 keer een middel dat wordt toegepast bij allergeen immunotherapie. In totaal ging het om ruim 24.000 unieke gebruikers. Een derde van deze gebruikers kreeg immunotherapie via subcutane toediening, en twee derde sublinguaal. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Immunotherapie, ook wel desensibilisatie genoemd, wordt toegepast bij bepaalde types van allergie wanneer antihistaminica en/of corticosteroïden niet helpen. Het gaat daarbij om allergieën voor gras- of boompollen, huisstofmijt, insecten of dieren. Immunotherapie houdt in dat het afweersysteem minder gevoelig wordt gemaakt door de stof(fen) waarvoor iemand allergisch is in steeds grotere hoeveelheden toe te dienen.
SCIT versus SLIT
Nederlandse openbare apotheken verstrekten in 2023 ruim 74.000 keer een middel bij allergeen immunotherapie, aan ruim 24.000 unieke gebruikers. Het aantal gebruikers neemt al jaren toe. In 2018 waren er nog 14.000 gebruikers, een toename van 70% in de periode 2018-2023.
Er zijn twee soorten van allergeen immunotherapie: via onderhuidse injecties (subcutane immunotherapie: SCIT) of via smelttabletten of druppels onder de tong (sublinguale immunotherapie: SLIT). Bij de behandeling met SCIT worden injecties gegeven door de huisarts of specialist in verschillende frequenties, afhankelijk van de soort allergie. Bij de behandeling met SLIT dient de patiënt dagelijks één tablet te nemen. In beide gevallen duurt de behandeling drie tot vijf jaar. In 2018 gebruikte 43% van de mensen allergeen immunotherapie via subcutane toediening. Dit aandeel is in 2023 gedaald naar 31%. Het aandeel sublinguaal – SLIT – is in diezelfde periode juist toegenomen van 53% naar 69%.
Bij beide methodes is therapietrouw belangrijk: hoe hoger de therapietrouw, hoe beter het behandelresultaat. Uitgaande van een gemiddelde behandelduur van vier jaar zijn naar schatting ruim 5500 van de gebruikers uit 2022, in 2023 geen gebruiker meer omdat hun behandeling is afgerond.
In 2023 kregen 10.500 gebruikers een eerste uitgifte van een middel bij allergeen immunotherapie. Daarmee is de verwachting dat het jaar 2023 5000 meer gebruikers zou tellen dan het jaar 2022, maar de toename bedroeg slechts een kleine 1800 gebruikers. Ruim 3000 gebruikers zijn dus tussentijds gestopt met hun behandeling.
Bron: SFK