In onzekere tijden is groei van het netwerk noodzakelijk
De Nationale Zorgreserve breidt haar netwerk uit. Vanaf vandaag kunnen, naast artsen, verpleegkundigen en verzorgenden ook andere beroepsgroepen met een zorgdiploma zich aanmelden als zorgreservist bij de Nationale Zorgreserve. Het gaat onder meer om apothekers, tandartsen, praktijkondersteuners, fysiotherapeuten, doktersassistenten en psychologen.
“Deze verruiming is hard nodig,” zegt Charlotte de Schepper, bestuurder van Stichting Extra ZorgSamen, uitvoerder van de Nationale Zorgreserve. “We weten immers niet wat een volgende crisis zal vragen. Met deze uitbreiding kunnen we de zorg in Nederland beter voorbereiden op wat mogelijk komen gaat.”
De Nationale Zorgreserve is een landelijk netwerk van (oud-)zorgprofessionals die tijdelijk kunnen bijspringen wanneer de zorg onder druk komt te staan. Of het nu om een pandemie gaat of om een cyberaanval. Een overstroming of stroomuitval: in tijden van crisis staan inmiddels ruim 4.000 zorgreservisten paraat; van studenten tot gepensioneerden. Verspreid over heel Nederland.
Waardevolle competenties tijdens crisissituaties
De oorspronkelijke takenpakketten richtten zich vooral op artsen, verpleegkundigen en verzorgenden. Met de uitbreiding worden nu ook de specifieke vaardigheden van andere beroepsgroepen benut. “Steeds meer beroepsgroepen hebben zich de afgelopen jaren gemeld met de wens om aan te sluiten,” zegt De Schepper. “Zij brengen waardevolle competenties mee, zoals medicatiekennis en mentale zorg, die in crisistijd het verschil kunnen maken.”
Brancheorganisaties verwelkomen bredere inzet
Brancheorganisaties van de nieuw toegevoegde beroepsgroepen reageren positief op de verruiming van de Nationale Zorgreserve.
Aris Prins, voorzitter van de KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie): “Wij zien de versterking van de zorgreserve met apothekers als een cruciale stap in de crisisparaatheid van de Nederlandse zorg. Apothekers kunnen, zowel vanuit hun BIG-geregistreerde rol in de farmaceutische zorg als in ondersteunende taken zorgen voor de continuïteit van de medicatievoorziening en de veilige inzet van geneesmiddelen. Deze samenwerking stelt onze beroepsgroep in staat om hun unieke competenties als medicatiespecialist in te zetten waar en wanneer de zorg ze het hardst nodig heeft.”
Jeroen Pepers, directeur van de Nederlandse ggz: "De Nationale Zorgreserve is een waardevol initiatief dat laat zien hoe we samen kunnen zorgen voor continuïteit in de zorg, juist in tijden van crisis. Daarom zijn wij blij dat ook ggz-professionals er zich nu bij kunnen aansluiten. Zij spelen een belangrijke rol in het waarborgen van mentale gezondheid – niet alleen tijdens een crisis, maar ook in de nazorg daarna.”
Zorgreservist worden? Aanmelden kan per direct
Nu kunnen nog meer mensen met een zorgdiploma zich aanmelden als zorgreservist. Van doktersassistent tot psycholoog, van young professional tot gepensioneerde. “Iedereen met een zorgachtergrond kan in crisistijd van betekenis zijn,” zegt De Schepper. “Of je nu werkt in de horeca, het onderwijs of de ICT; als je een zorgdiploma hebt, kun je bijdragen wanneer het erop aankomt.” Aanmelden kan direct via de website van de Nationale Zorgreserve.
Bredere beweging: groei, samenwerking en paraatheid
De uitbreiding past binnen een bredere ontwikkeling waarin samenwerking, kennisdeling en paraatheid centraal staan. De Nationale Zorgreserve werkt inmiddels nauw samen met Defensie aan het opzetten van meerdere reserves, waaronder een Veiligheids-, Technische- en Logistieke Reserve. Ze verbindt steeds meer maatschappelijke en private partners, zoals Bergman Clinics, Radboudumc en Capgemini. Tegelijk communiceert de organisatie actiever naar buiten, onder meer met de landelijke campagne ‘Open in geval van nood’ en de publicatie van persoonlijke verhalen van zorgreservisten. De Schepper: “Het is nodig. Nederlanders moeten weten dat we er zijn, dat ze zich kunnen aansluiten en dat geen enkele competentie verloren hoeft te gaan in tijden van nood. Want juist dan kunnen we elkaar helpen.”
Bron: De Nationale Zorgreserve