De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hebben behandelingen in schoonheidssalons laten onderzoeken. Uit het onderzoek blijkt dat consumenten relatief weinig risico lopen. Op basis van het onderzoek hebben de beide toezichthouders een gezamenlijk toezichtkader opgesteld. Het toezicht zal zich vooral richten op signalen en meldingen van cliënten en de sector zelf.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek was inzicht in de behandelingen bij schoonheidssalons en de producten die zij daarbij gebruiken. Ook wilden IGZ en NVWA weten hoe deskundig de medewerkers zijn en of de salons de richtlijnen volgen.
Vanaf 1 januari 2016 vallen de meeste schoonheidsalons onder het toezicht van de IGZ. Toen is de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ingevoerd. Een deel van de producten die de salons gebruiken valt onder het toezicht van de NVWA.
Conclusies
In bijna alle salons werken goed opgeleide en bijgeschoolde mensen. Ook houden bijna alle salons zich aan de bestaande codes en richtlijnen. Veel bedrijven zijn lid van brancheorganisatie ANBOS. De meeste bedrijven geven aan met diverse maatregelen de kwaliteit en veiligheid te waarborgen.
Toezicht
Niet alle salons staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en zijn lid van brancheorganisaties. De toezichthouders verwachten dat vooral deze onbekende aanbieders mogelijk risicovol zijn. Ze zullen pas bij de IGZ bekend worden door meldingen van cliënten of signalen van andere salons. Daarom zal het toezicht zich vooral richten op dergelijke meldingen. Maar daarnaast brengt de inspectie dit jaar ook enkele onverwachte bezoeken aan salons.