Nadat ambulancemedewerkers afgelopen jaar met acties dreigden omdat er geen oplossing voor het personeelstekort kwam, stelde minister Bruins 19,5 miljoen euro extra beschikbaar voor de sector.
Ambulancemedewerkers krijgen over 2018 een extra loonsverhoging. Dat zijn de vakbonden en werkgevers met elkaar overeengekomen na constructief overleg. Nadat ambulancemedewerkers afgelopen jaar met acties dreigden omdat er geen oplossing voor het personeelstekort kwam, stelde minister Bruins 19,5 miljoen euro extra beschikbaar voor de sector.
‘Er is toen besloten om het cao-overleg te vervroegen en samen met de werkgevers verbeteringen af te spreken, zodat het werken in deze sector aantrekkelijker wordt’, zegt Fred Seifert, bestuurder FNV Zorg & Welzijn. ‘Naast verbeteringen van vooral de primaire looncomponenten, zoals een substantiële loonsverhoging, zijn er ook afspraken gemaakt over het tegengaan van externe inhuur die nu vaak voorkomt. Ook is afgesproken dat vanaf 2019 in principe de loonontwikkeling van de cao ziekenhuizen wordt gevolgd, waardoor een overstap naar het ambulancewerk makkelijker en aantrekkelijker wordt.’
Acties
De onderhandelingen gingen niet zonder slag of stoot. In de zomer van 2017 stuurde de FNV toenmalig minister Schippers en de werkgevers een ultimatum. Door de hoge werkdruk en het structurele tekort aan personeel worden aanrijtijden niet meer voldoende gehaald, nemen wachttijden toe en loopt zo de kwaliteit van zorgverlening terug. Voor de ambulancemedewerkers was de maat vol. Nadat het personeel in het najaar acties aankondigden, is er extra budget (19,5 miljoen euro) beschikbaar gesteld om de personele problemen in de ambulancezorg aan te pakken. Van dat geld is 13,5 miljoen euro bedoeld voor extra loonruimte in 2018.
Seifert: ‘Er wordt steeds meer geld besteed aan externe inhuur om daarmee de gaten in de roosters te vullen. Wij hebben ingezet op instroom van vast personeel en een substantiële salarisverhoging om zo het werk op de ambulance weer aantrekkelijk te maken ten opzichte van andere zorgsectoren. Nu stromen verpleegkundigen vanuit een baan in een algemeen of universitair ziekenhuis nog te weinig door naar de ambulance. Of ze gaan deels werken via een uitzendbureau, omdat zij daar betere werktijden kunnen bedingen en de arbeidsvoorwaarden beter zijn. Ambulancemedewerkers werken al jaren op de top van hun kunnen en dienen daar naar beloond te worden. Dankzij dit overlegresultaat, dat nog aan de leden moet worden voorgelegd, hopen we een eerste inhaalslag te hebben gemaakt waarmee huidig personeel behouden blijft en nieuwe vaste collega’s kunnen worden aangetrokken.’