De uitgaven aan hiv-remmers namen toe met 3,4%. Dit kan worden toegeschreven aan toename van nieuwe hiv-middelen

Nederlandse apotheken verstrekten vorig jaar 226.000 keer een hiv-remmer. Dat aantal ligt 2,7% onder het niveau van 2015. Toch namen de uitgaven aan hiv- remmers toe met 3,4% tot € 202 miljoen. Deze stijging kan volledig worden toegeschreven aan het toenemend gebruik van nieuwe hiv-middelen. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.

Hiv is de afkorting voor het humaan immunodeficiëntie-virus. Het virus tast het afweersysteem van het lichaam progressief aan. Als het afweersysteem zodanig is verzwakt dat het bacteriën en virussen niet meer de baas kan, is sprake van aids (acquired immunodeficiency syndrome). Een tijdige behandeling met hiv-remmers kan voorkomen dat de hiv-infectie leidt tot aids. De behandeling bestaat uit een combinatie van ten minste drie hiv-remmende medicijnen, cART (combination AntiRetroviral Therapy) genoemd.

€ 11.000 per patiënt
In 2016 verstrekten openbare apotheken aan ongeveer 18.000 mensen een hiv-remmer. Hiermee blijft het aantal gebruikers van deze middelen op ongeveer hetzelfde niveau als de afgelopen jaren. Dit beeld wordt bevestigd door het RIVM, dat meldt dat er sinds 2012 een licht dalende trend is in het aantal nieuwe registraties bij de hiv-behandelcentra.
De totale uitgaven aan hiv-remmers, inclusief apotheekvergoeding, kwamen in 2016 uit op € 202 miljoen. Dat is € 6,5 miljoen (3,4%) meer dan in 2015. Gemiddeld heeft een gebruiker per jaar voor ruim € 11.000 aan hiv-middelen nodig.

Nieuwe hiv-middelen
Het door Nederlandse apotheken in 2016 meest verstrekte hiv-middel is het combinatiepreparaat tenofovir disoproxil met emtricitabine (Truvada). In het combinatiepreparaat Atripla zijn deze twee werkzame stoffen gecombineerd met efavirenz en met rilpivirine in Eviplera. Deze drie preparaten, alle van fabrikant Gilead en al wat langer in de handel, zijn in 2016 samen goed voor 63.000 verstrekkingen. Dat zijn er zevenduizend minder dan in 2015. De uitgaven aan deze middelen daalden met zo’n € 11,5 miljoen tot € 79 miljoen.

Recenter geïntroduceerde middelen werden daarentegen juist meer gebruikt. Zo zijn eind 2014 de combinatie van dolutegravir, lamivudine en abacavir (Triumeq) en het enkelvoudige middel dolutegravir (Tivicay), beide van leverancier ViiV, geïntroduceerd. Hun gezamenlijk aantal verstrekkingen steeg in 2016 van 18.000 tot 28.000 en de uitgaven namen in dat jaar met € 16 miljoen toe tot € 40 miljoen.

Leverancier Gilead introduceerde ook in 2014 Stribild, een combinatie met tenofovir disoproxil, emtricitabine, elvitegravir en cobicistat. Van dit middel noteerde de SFK over het afgelopen jaar zevenduizend verstrekkingen met € 14 miljoen aan uitgaven. De fabrikant bracht in 2016 een variant in de handel met tenofovir alafenamide in plaats van tenofovir disoproxil (Genvoya). Het aantal verstrekkingen van dit middel kwam in dat jaar al tot ruim 5300, met € 9 miljoen aan bijbehorende uitgaven. In de eerste drie kwartalen van 2017 is het aantal verstrekkingen al tweemaal zo groot als in 2016.