De mate waarin een huisarts of een specialist daarvoor verantwoordelijk was, verschilt per antidepressivum
Nederlandse apothekers verstrekten in 2019 aan bijna 1,1 miljoen mensen minimaal één keer een antidepressivum. Voor ongeveer 350.000 van hen was daarbij sprake van eerste uitgiften. De mate waarin een huisarts of een specialist daarvoor verantwoordelijk was, verschilt per antidepressivum. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Zowel het aantal gebruikers van antidepressiva als het aantal van hen met een eerste uitgifte, is de afgelopen jaren vrijwel ongewijzigd. Van een eerste uitgifte is – in tegenstelling tot een vervolguitgifte – sprake als een geneesmiddel met dezelfde werkzame stof(fen) in dezelfde toedieningsvorm in de twaalf maanden daarvoor niet eerder aan dezelfde patiënt is afgeleverd.
Meestal krijgt een patiënt bij een eerste uitgifte voor het eerst een nieuwe werkzame stof; slechts zelden gaat het om een wijziging van de toedieningsvorm. Daarom kunnen eerste uitgiften goed dienen als een aanduiding voor de start met nieuwe medicatie en de voorschrijver van het bijbehorende recept als de initiator daarvan.
Psychiaters
Van alle antidepressivagebruikers met een eerste uitgifte in 2019 kreeg bijna 65% het recept daarvoor van een huisarts, 29% van een specialist en 6% van een overige voorschrijver. Van de specialisten zijn het voor het merendeel psychiaters die anti-depressiva – zowel nieuwe als reeds gestarte medicatie – voorschrijven, gevolgd door neurologen.
Bij het voorschrijven van antidepressiva bestaan de overige voorschrijvers voor twee derde uit de categorie overige artsen – waartoe onder anderen basis-artsen, verslavingsartsen en specialisten ouderenzorg behoren – en voor ongeveer een zesde uit gespecialiseerde verpleegkundigen die onder voorwaarden zelfstandig geneesmiddelen mogen voorschrijven.
Bijna 1 miljoen gebruikers kregen antidepressiva op basis van een vervolguitgifte. Dat is inclusief de gebruikers die eerder in het jaar al een eerste uitgifte hadden. Voor 17% van hen waren de recepten daarvoor afkomstig van een specialist (fors lager dan bij de eerste uitgiften), voor 78% van huisartsen en voor 5% van overige voorschrijvers.
Uit de tabel (Kijk hier) blijkt dat de mate waarin een huisarts of een specialist anti-depressiva initieert, verschilt per antidepressivum. Vortioxetine wordt naar verhouding vaak door specialisten gestart, mogelijk omdat met dit relatief nieuwe middel nog weinig ervaring bestaat. Paroxetine wordt naar verhouding het meest door huisartsen gestart. Bij trazodon en bupropion zijn er hoge percentages voor de overige voorschrijvers. Mogelijk zijn daar de andere toepassingen van beide middelen debet aan: dementie (specialisten ouderenzorg) respectievelijk stoppen met roken (verslavingsartsen).