Kinderen met ADHD worden over het algemeen behandeld met medicatie en/of gedragstrainingen

Gezinnen met een kind met ADHD kunnen baat hebben bij een training in mindfulness, gericht op het gezin, zo blijkt uit een studie van het Radboudumc, de Universiteit van Amsterdam en Karakter. De onderzoekers zagen dat de symptomen van de kinderen met ADHD weliswaar afnamen na de mindfulness training, maar dat dit effect gemiddeld genomen klein was. Wel had de mindfulness training een positief effect op mindful opvoeden, symptomen en welzijn van de ouders, op zowel de korte als langere termijn na de training.

Kinderen met ADHD worden over het algemeen behandeld met medicatie en/of gedragstrainingen. Bij een kwart tot een derde van de kinderen is medicatie alleen echter onvoldoende. Daarom onderzochten de wetenschappers of een op mindfulness gebaseerde interventie (mindfulness-based intervention, MBI) een positief effect zou hebben op kinderen die onvoldoende reageren op andere ADHD-behandelingen. MBI’s kunnen een positief effect hebben op psychologische symptomen en gedrag van kinderen en ouders.

In de studie werden twee groepen kinderen tussen de acht en zestien jaar met elkaar vergeleken. De ene groep kreeg alleen reguliere zorg, en de andere groep kreeg daarnaast MYmind, de op mindfulness gebaseerde interventie met ten minste één ouder. Zij deden deze training gedurende een periode van acht weken.

Ouders hebben baat bij mindfulness training
Een opvallend resultaat was dat vooral ouders baat hadden bij deze training. Er was een toename in mindful ouderschap, zelfcompassie en een verbetering van de mentale gezondheid bij de ouders. Deze effecten waren zes maanden na afloop van de training nog steeds zichtbaar. Bij de kinderen waren er enkele effecten op ADHD symptomen, angst, en autistische trekken, maar de effecten waren klein. Toch bleek een subgroep er baat bij te hebben: één op de drie kinderen verbeterde betrouwbaar op zelfcontrole na MYmind, terwijl slechts één op de tien verbeterde wanneer alleen reguliere zorg werd gevolgd.

Meer aandacht voor het gezin
Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van Corina Greven, verbonden aan het Radboudumc, het Donders Instituut en Karakter. Per 1 maart is zij benoemd tot hoogleraar Environmental Sensitivity in Health. Zij stelt dat gebruikelijke interventies voor kinderen met ADHD zich doorgaans niet richten op de geestelijke gezondheid van ouders, hoewel zij vaak worstelen met opvoedstress, angst of eigen ADHD-symptomen. “Hoewel de effecten bij kinderen klein waren, vonden we toch exploratieve effecten bij de ouders. Bij het interviewen van gezinnen ontdekte ons team ook dat veel gezinnen belangrijke verbeteringen rapporteerden in onderlinge verhoudingen binnen het gezin, en inzicht in en acceptatie van ADHD. We moeten breder kijken dan alleen of een interventie de symptomen vermindert, en ook andere uitkomsten meenemen die gezinnen belangrijk vinden.” Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met het Radboud Centrum voor Mindfulness.

Over ADHD 
Attention-deficit/hyperactivity disorder (ADHD) is een veel voorkomende ontwikkelingsstoornis met een wereldwijde prevalentie van ongeveer 5% bij kinderen. ADHD is zeer heterogeen omdat het gepaard gaat met een multifactoriële etiologie, diverse neurocognitieve stoornissen en bijkomende problemen, maar ook met positieve eigenschappen zoals creativiteit. Een gebrek aan zelfcontrole in het dagelijks leven, zoals problemen met impulscontrole, verandering van aandacht, omgaan met reacties en het oppakken en organiseren van taken, beïnvloeden het functioneren van kinderen met ADHD. De mate van zelfcontrole van kinderen is een belangrijke voorspeller voor hun gezondheid, financiële situatie, academische, en beroepsmatige resultaten jaren later. Daarom is het verbeteren van zelfcontrole een essentieel behandelingsdoel voor ADHD.