Een bipolaire stoornis, ook wel bekend als manisch-depressieve stoornis, kenmerkt zich door wisselende en uiteenlopende stemmingen
Diepe dalen en grote hoogten. Voor mensen die wisselende stemmingen ervaren door een bipolaire stoornis kan het leven een uitdaging zijn. Op 30 maart tijdens World Bipolar Day vroegen zorgprofessionals van het Erasmus MC aandacht voor deze aandoening.
Het spreekwoord onbekend maakt onbemind geldt ook voor bipolaire stoornissen, zo blijkt uit het betoog van psychiater en onderzoeker Eline Poels en GZ-psycholoog Esther Mesman van het Erasmus MC. Zij horen in de spreekkamer dat er nog vaak vooroordelen zijn over psychiatrische aandoeningen.
Door aandacht te vragen voor bipolaire stoornissen rond World Bipolair Day op 30 maart, hopen Poels en Mesman dit stigma te doorbreken. ‘Mensen hebben vaak onterecht een negatief beeld. Wij denken dat meer kennis over de aandoening hierin een positieve rol kan spelen. Het kan iedereen overkomen en is echt iets anders dan je een keer depressief of juist heel goed voelen.’
De ziekte komt af en toe oppoppen. Je voelt een depressie of manie vaak wel aankomen, maar hij is niet te stoppen.
‘Ik heb er altijd moeite mee als mensen zeggen ‘jij bent bipolair’. ‘Nee’, zeg ik dan, ‘Ik ben Berber’. Ik heb een bipolaire kwetsbaarheid, maar het is niet mijn identiteit’, zegt de 44-jarige Berber Vogt stellig. Tien jaar geleden werd bij haar de officiële diagnose bipolaire stoornis gesteld. Vanaf haar twintigste zocht ze al hulp, maar was het lastig om tot de juiste diagnose te komen. ‘Ze dachten aan borderline, maar dat voelde niet goed. Ik heb er echt lang mee geworsteld en diepe dalen gezien.’
Kenmerken
Een bipolaire stoornis, ook wel bekend als manisch-depressieve stoornis, kenmerkt zich door wisselende en uiteenlopende stemmingen. Bij een depressieve periode zijn dat somberheid, vermoeidheid, concentratieproblemen, schuldgevoelens of zelfs gedachten aan de dood. Tijdens een manische periode zijn mensen juist opgewekt, hebben ze veel energie en minder behoefte aan slaap. Er kan dan ook sprake zijn van een prikkelbare stemming en ontremming in het gedrag.
‘Deze symptomen horen allemaal bij een bipolaire stoornis, maar zijn misschien voor iedereen wel herkenbaar op een slechte of juist goede dag. We spreken daarom pas van een bipolaire stoornis als deze stemmingen lang aanhouden, het dagelijks functioneren belemmeren en als mensen daaronder lijden. Bijvoorbeeld in de sociale omgang of op het werk’, legt Poels uit.
‘In de praktijk kan het zijn dat iemand tijdens een depressieve episode nauwelijks tot iets komt, niet meer de deur uit gaat, zich waardeloos voelt en zich ziek moet melden. Bij een manische episode kunnen mensen in de problemen komen door hun ontremde gedrag. In die periode kopen sommige mensen bijvoorbeeld te veel spullen. Dit kan leiden tot financiële problemen. Maar ook zelfoverschatting of sterke overtuigingen kunnen leiden tot conflict met anderen. In een uiterst geval kan dat leiden tot opname in een kliniek.’
Vogt is nu stabiel. Ze neemt haar medicijnen – een hele berg – en voelt zich goed. Maar dat is dus wel anders geweest. ‘Ik heb ermee leren omgaan, maar ben nog wel iedere dag bezig de juiste balans te houden. Ik heb nu een vaste baan, maar ik ben hiervoor wel een paar keer gewisseld van baan. Door de stoornis had ik er dan ineens geen zin meer in en ging ik gewoon weg.’
De manische periodes maakten het voor Vogt ook moeilijk om de stoornis te accepteren. ‘Ik schaam me dood voor mijn gedrag. Ik ben dan een echte bumperklever bijvoorbeeld. Het is een wonder dat er onderweg nooit iets is gebeurd’, vertelt ze nu opgewekt. ‘Jezelf onder ogen komen, is verschrikkelijk. Met lotgenoten praten helpt wel. Bij hen vind je herkenning en erkenning. Even niet nadenken en lachen om elkaars gedrag.’
Geen klachten
Poels en Mesman benadrukken dat er ook vaak perioden zijn waarin patiënten geen klachten hebben. Ze kunnen dan hun werk en sociaal leven weer goed oppakken. Zoals bij Berber op dit moment het geval is. ‘En mensen met een bipolaire stoornis voelen de stemmingswisseling vaak wel aankomen. Als er dan sprake is van ontregeling, dan is er hulp in de vorm van psychiatrische ondersteuning. Bovendien zijn de stemmingswisselingen betreft ernst en duur heel verschillend per persoon. De wisselingen gaan bij de één sneller dan bij de ander’, aldus Mesman.
De zorgprofessionals moedigen patiënten daarom aan om hun omgeving te betrekken bij de behandeling. ‘Soms is het lastig om de omgeving mee te nemen in dit proces. Bespreek dit dan met je behandelaar. Want het kan ook helpen om stabiel te blijven. Een stapje terug doen, kan soms helpen om erger te voorkomen. Door bewustzijn te creëren kan er meer begrip ontstaan.’
Op het werk van Vogt is haar bipolaire kwetsbaarheid, zoals zij het noemt, bekend bij de manager en een paar collega’s. ‘Ik zeg het alleen als ik iemand vertrouw, want het is heel makkelijk voor mensen om snel een oordeel te vellen. Maar het voelt als een geheim als ik er niets over zeg. Dat is een zware last. Daarom vertel ik het wel aan mensen die echt in mij geïnteresseerd zijn.’
Over een bipolaire stoornis:- Deze aandoening komt bij 1 tot 2 procent volwassen Nederlanders voor en laat zich meestal pas na het 18e levensjaar zien;
- De diagnose wordt vaak pas na 5-10 jaar gesteld;
- Het Sophia Kinderziekenhuis heeft een gespecialiseerde polikliniek voor jongeren met een bipolaire stoornis;
- De afdeling Psychiatrie biedt specialistische zorg aan vrouwen met een bipolaire stoornis wanneer zij een kinderwens hebben en tijdens en na de zwangerschap. Ook hebben zij een moeder-baby unit waar vrouwen samen met hun baby opgenomen kunnen worden;
- Vrouwen met een bipolaire stoornis hebben een hoger risico op een kraambedpsychose, ook wel postpartum psychose genoemd. Bij een deel van hen is een kraambedpsychose een eerste uiting van een bipolaire stoornis.
- Het Erasmus MC is aangesloten bij het Kenniscentrum voor bipolaire stoornissen (KenBis).
Bron: Erasmus MC