Het terugdringen van de wachttijden is de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
De wachttijden voor bepaalde diagnoses in de ggz zijn langer dan de door de specialisten zelf afgesproken Treeknormen. De wachttijden verschillen bovendien per regio. Dat meldt de Nederlandse Zorgautoriteit op basis van verzamelde wachttijdgegevens over de eerste maanden van dit jaar. Brancheorganisaties van zorgaanbieders en zorgverzekeraars en de patiëntenverenigingen hebben met VWS afspraken gemaakt om de wachttijden in de ggz uiterlijk 1 juli 2018 terug te dringen tot onder de Treeknormen.
De NZa monitort die afspraken. Wij constateren in een tussenstand voor 1 juli dat de wachttijden voor de behandeling van een aantal stoornissen zoals autisme, persoonlijkheidsstoornissen en angststoornissen nog altijd boven de norm van 14 weken zijn.
Overigens verschillen de wachttijden per regio. We hebben de regionale wachttijden bekeken in de basis ggz en de gespecialiseerde ggz, niet uitgesplitst naar diagnose. In de basis-ggz zijn de wachttijden het langst in Midden-IJssel en Flevoland, maar vallen zij binnen de Treeknormen. In de gespecialiseerde ggz moeten vooral patiënten in Midden-Holland langer dan de Treeknorm wachten.
Het terugdringen van de wachttijden is de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Die ondernemen een aantal acties. Vanuit de NZa willen we het aanpakken van de wachttijden bevorderen. Dat doen we door te zorgen dat zorgaanbieders informatie over hun wachttijden goed aanleveren aan Vektis, zodat zorgverzekeraars inzicht hebben in de actuele wachttijden bij de aanbieders.
De NZa gaat bij alle zorgverzekeraars controleren wat zij doen om te zorgen dat hun verzekerden tijdig passende ggz-zorg krijgen. Op basis van de resultaten van deze controles nemen we passende maatregelen. Verzekerden die te lang op ggz-zorg moeten wachten kunnen hun zorgverzekeraar vragen om hen door te bemiddelen naar een zorgaanbieder die eerder tijd heeft. Als dit niet goed gaat kunnen mensen zich melden bij het meldpunt van de NZa.