Sinds de invoering van de basis GGZ in Nederland, op 1 januari 2014, dienen patiënten met lichte psychische of sociale problematiek geholpen te worden binnen de huisartsenzorg
Het percentage volwassen patiënten dat contact heeft gehad met de huisartsenpraktijk voor psychische en sociale problemen is over de jaren 2011-2017 toegenomen. Dit blijkt uit cijfers van Nivel Zorgregistraties eerste lijn.
Het percentage volwassen patiënten dat contact heeft gehad met de huisartsenpraktijk voor psychische en sociale problemen is over de jaren 2011-2017 toegenomen van 12% naar 18%. Ook het percentage patiënten dat een Praktijkondersteuner Huisarts Geestelijke Gezondheidszorg (POH-GGZ) zag na een consult van de huisarts, is in deze periode gestegen van 0,7% naar 4%.
Vrouwen vaker naar huisartsenpraktijk voor psychosociale problemen dan mannen
Van de patiënten met psychische en sociale problematiek die naar de huisarts gaan, is 60% vrouw en 40% man. Na een consult van de huisarts bezoeken vrouwen ook vaker de POH-GGZ dan mannen, 65% ten opzichte van 35%.
Mogelijkheden binnen de huisartsenzorg bij psychosociale problematiek
Sinds de invoering van de basis GGZ in Nederland, op 1 januari 2014, dienen patiënten met lichte psychische of sociale problematiek geholpen te worden binnen de huisartsenzorg. De huisarts kan hiertoe een Praktijkondersteuner Huisarts Geestelijke Gezondheidszorg (POH-GGZ) inzetten. Deze kan op verzoek van de huisarts een cliënt met psychosociale problemen zien om een beter beeld van de klacht te krijgen, de mogelijke behandeling vast te stellen en verdere begeleiding te verlenen.
Monitoring zorggebruik in de GGZ
Bij een grote stelselwijziging van de basis GGZ is het van belang om de gevolgen goed te monitoren. Vanaf 2015 is het zorggebruik in de GGZ gemonitord door KPMG en Vektis. Elk jaar levert het Nivel hiervoor gegevens rondom de huisartsenzorg. Voor meer informatie , zie de factsheet Psychische en Sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011-2017.