Overheid en verzekeraars moeten nú fors gaan investeren in de digitalisatie van de zorg
De huidige coronacrisis toont heel duidelijk de noodzaak aan van een ingrijpende transformatie van de Nederlandse zorg. “Hoewel de zorg in ons land de klap van de COVID-19 transformatie in vergelijking met andere landen krachtig heeft opgevangen, is deze goede, ad hoc reactie niet heel lang vol te houden”, zegt Anna van Poucke, partner bij KPMG en sectorleider Health. Van Poucke: “De veerkracht en flexibiliteit vanuit de sector waren en zijn bewonderingswaardig. De zorg zal echter in belangrijke mate moeten digitaliseren om de kwaliteit en betaalbaarheid op peil te houden en pandemieën als COVID-19 de baas te kunnen. Naast alle nadelen kan COVID-19 de Nederlandse zorg ook veel winst brengen. Een verregaande digitalisering én een betere benutting van de zorgcapaciteit zijn essentieel om toekomstbestendig te kunnen zijn. Overheid en verzekeraars moeten nú fors gaan investeren in de digitalisatie van de zorg. Een mogelijke tweede coronagolf is alleen op te vangen door een maximale (digitale) transformatie van de Nederlandse zorg.”
Veel te breed scala aan zorg
Uit de Corona-editie van de jaarlijkse analyse ‘Wie doet het met wie in de zorg’ van KPMG blijkt dat een groot deel van de Nederlandse ziekenhuizen nog altijd een veel te breed scala aan zorg biedt. Van Poucke: “Het sterk geïntegreerd aanbieden van zowel chronische, electieve als acute en intensieve zorg maakt het complex om de juiste zorg op de juiste plek te organiseren. Voorafgaand aan de COVID-19-crisis was een voorzichtige verschuiving te zien in de zorgverlening tussen de verschillende zorgaanbieders. Uiteindelijk zullen in de toekomst verschillende zorgaanbieders moeten ontstaan, gebaseerd op de zorgvraag. Op deze manier komt elk type organisatie meer in zijn kracht te staan en verschuift de zorg logischerwijs naar de juiste plek. COVID-19 maakt de noodzaak om de verschillende typen zorg beter te scheiden alleen maar urgenter. Met een goede scheiding van acute/intensieve en electieve zorg, was er bijvoorbeeld een veel minder grote wachtlijst ontstaan. Omdat de electieve zorg beter doorgang had kunnen vinden in ‘schone locaties’. Het komend jaar zal een uitdagend jaar worden voor de Nederlandse zorg. We zijn er nog lang niet. Met een mogelijke tweede en derde golf moeten ziekenhuizen niet alleen voldoende capaciteit hebben. Maar om efficiënt te werken moeten ze ook COVID-19- patiënten en niet-COVID-19-patiënten scheiden om besmettingen binnen ziekenhuizen te voorkomen, moeten ze zorg leveren binnen de anderhalvemeter normen en het stuwmeer van zorg dat er nog steeds is wegwerken. Daarnaast is het nodig om door de hele zorgketen heen programma’s te ontwikkelen en te leveren voor herstelzorg aan ex-COVID-19-patiënten.”.
Flexibiliteit vasthouden
Het is volgens van Poucke van groot belang dat Nederland de flexibiliteit van de COVID-19-tijd vast houdt. Van Poucke: “De zorg blijft de komende maanden of jaren, tot de komst van een vaccin, onder druk staan. COVID-19 heeft laten zien dat digitalisatie in de zorg echt mogelijk is. Wij zagen de digitale deur de voordeur van de zorg worden. Het is van groot belang dat deze ontwikkeling doorzet en wij de zorg houdbaar en betaalbaar kunnen houden. Veel zorg kan ook op langere termijn digitaal geleverd worden. Denk aan controleconsulten na een operatie, digitale controles van bloedruk of andere zaken, pre-operatieve spreekuren. Als we moeite doen kan op korte termijn zo’n 35% van de zorg gedigitaliseerd worden. Op langere termijn kan dat nog wel veel meer worden, als we bijvoorbeeld artificial intelligence gaan inzetten. We zien nu al landen, waar ze een deel van het verpleegkundig proces gedigitaliseerd hebben. Als we dat ook in Nederland gaan inzetten, lossen we ook een deel van de arbeidsmarktproblematiek op”
Digitale transformatie moet druk op zorg wegnemen
Overigens wekt het volgens Van Poucke verbazing dat veel financiële steun naar de grote bedrijven gaat. Van Poucke: “Maar de zorg, waar de echte prestaties zijn geleverd in de afgelopen maanden, heeft er behoorlijk veel moeite voor moeten doen om naar een goede financiële afronding te komen. Daar zijn we nu gelukkig voor de korte termijn redelijk uit. Maar we zijn er nog lang niet. Als de COVID-19-crisis ons één ding heeft geleerd, dan is dat we de druk op de zorg alleen kunnen oplossen door (digitale) transformatie. Daar is financiële ruimte voor nodig. Van het geld dat we nu uitgeven om bedrijven te laten overleven, moet een deel naar de zorg om die ook voor de toekomst in de lucht te kunnen houden. We hebben in de afgelopen maanden gezien hoe belangrijk de zorg is voor onze maatschappij en economie, daar moeten we in blijven investeren.”