De huidige strafwetgeving met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag is verouderd en schiet op onderdelen tekort
Seksuele interactie moet altijd vrijwillig en gelijkwaardig zijn, zowel in de fysieke wereld als online. Om die norm ook goed in de strafwetgeving vast te leggen stuurde minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) dinsdag 11 oktober het wetsvoorstel seksuele misdrijven naar de Tweede Kamer.
“Seksueel grensoverschrijdend gedrag zien we overal in de maatschappij terug komen. Het is tijd dat we dat een halt toe roepen want iedereen moet zich overal veilig kunnen voelen. Wanneer je over straat loopt, aan het werk bent, online contact hebt met iemand of gewoon in je eigen huis bent”. aldus de minister.
Herziening van de wet en nieuwe strafbaarstellingen
De huidige strafwetgeving met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag is verouderd en schiet op onderdelen tekort. Daarom is het nodig die wetgeving fundamenteel te herzien en dat is precies wat dit wetsvoorstel doet. Hiermee wordt de wet meer bij de tijd gebracht als het gaat om digitale ontwikkelingen en de huidige seksuele normen. Zo wordt bijvoorbeeld seksueel contact met iemand waarvan je weet of moest vermoeden dat die ander niet wilde strafbaar als een vorm van aanranding of verkrachting. Ook wordt seksuele intimidatie, in het openbaar (offline en online), strafbaar. Daarop is maximaal drie maanden hechtenis gesteld. Daarnaast komt er maximaal twee jaar gevangenisstraf te staan op sexchatting: het seksueel benaderen van kinderen onder de 16, bijvoorbeeld door het sturen van online berichten.
Minister Yeşilgöz-Zegerius: “Seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag zijn onaanvaardbaar en moeten worden gestopt. Dat vergt een breed maatschappelijk offensief. Het strafrecht is het sluitstuk maar wat mij betreft onmisbaar in deze brede aanpak. Daarom wil ik de wet aanpassen zodat slachtoffers van seksueel geweld beter worden beschermd. Met de nieuwe wet hebben slachtoffers van verkrachting en aanranding meer mogelijkheden om aangifte te doen, daarnaast worden seksuele intimidatie en sexchatting strafbaar gesteld.”
2024 en voorbereidingen
Het streven is om de nieuwe wet in 2024 in werking te laten treden. Tot die tijd is, gezien de brede modernisering van de strafwetgeving over seksuele misdrijven, voor een effectieve uitvoering een zorgvuldige voorbereiding met alle betrokken partijen essentieel. Daarom is een implementatietraject gestart om de betrokken organisaties voor te bereiden op de inwerkingtreding van de wet. Tot de inwerkingtreding van de wet werken alle betrokken partijen, zoals de politie en het OM onder meer aan opleiding, training en werving van de nodige specialistische medewerkers in de hele strafrechtketen.
Er is 20 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de nieuwe wet. Incidenteel is voor de uitvoering van het wetsvoorstel 3,6 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Aanranding en verkrachting, online seksueel geweld en seksuele intimidatie
In het wetsvoorstel worden verschillende delictsvormen van aanranding en verkrachting geïntroduceerd, waarmee eerder sprake is van strafbaar gedrag. Beide delicten bestaan uit een schuld- en een opzetvariant. Voor strafbaarheid in de opzetvariant is leidend of degene die seksuele handelingen met het slachtoffer verrichtte, wist dat bij de ander daartoe de wil ontbrak en toch doorzette. In tegenstelling tot het huidig recht zijn dwang, geweld en bedreiging hierbij strafverzwarende omstandigheden, maar niet langer vereist voor een veroordeling. Van de schuldvariant is sprake indien iemand duidelijke signalen van een ontbrekende wil bij de ander helemaal verkeerd heeft ingeschat, door er ten onrechte van uit te gaan dat de wil tot seksueel contact bij die ander wel aanwezig zal zijn. De initiator moet alert zijn of de ander hetzelfde wil. Is er reden voor twijfel dan moet worden geverifieerd of die ander daadwerkelijk instemt met seksueel contact.
Door de toename van het gebruik van internet, sociale media en smartphones is er meer online seksueel contact. Vooral kinderen zijn kwetsbaar voor online seksueel misbruik. Zij beschikken op steeds jongere leeftijd over een smartphone en zijn makkelijker bereikbaar voor mensen die kwaad willen. Het seksualiserend benaderen van kinderen is de afgelopen tijd in omvang en vaak ook in indringendheid toegenomen. Het online seksueel stalken of seksueel inkapselen van een kind gaat heel snel - soms is één chatsessie al voldoende - en kan soms maanden of jaren voortduren. Daarom wordt sexchatting strafbaar gesteld. Dit is een vorm van seksuele benadering van kinderen onder de 16 jaar in de voorfase van seksueel misbruik.
Seksuele intimidatie in het openbaar wordt strafbaar als overtreding. Dat geldt zowel online als offline. In het kader van het implementatietraject wordt onderzocht of op lokaal niveau naast de politie buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) kunnen worden ingezet bij het tegengaan van seksuele intimidatie op straat. Daarom worden gemeenten nauw betrokken bij het implementatietraject.
Documenten
TK Memorie van Toelichting Wetsvoorstel WSM - Wet seksuele misdrijven
TK Voorstel van wet WSM - Wet seksuele misdrijven