De aanpak om fraude met het pgb aan te pakken is veel te beperkt stelt de NZa
Zorgkantoren hebben te weinig mogelijkheden om fraude met het persoonsgebonden budget (pgb) aan te pakken. Dat constateert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een onderzoek naar de terugvorderingen na onjuiste besteding van pgb's.
Het pgb biedt mensen die langdurig zorg nodig hebben de mogelijkheid om zelf deze zorg in te kopen. De NZa en de zorgkantoren vinden het pgb een goed instrument om zorg op maat te bieden, maar het is noodzakelijk dat de regelgeving fraudebestendiger wordt.
Mensen die een pgb ontvangen zijn als budgethouder verantwoordelijk voor een goede besteding van het geld. Wanneer een zorgaanbieder fraudeert moet deze budgethouder het geld terugbetalen. Ook als de fraude buiten zijn schuld ligt. Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor het terugvorderen van verkeerd besteed pgb geld. Als een budgethouder te goeder trouw handelde en niet bij de fraude betrokken is stellen zorgkantoren zich professioneel en betrokken op en proberen zij het geld terug te vorderen bij de zorgaanbieder. De NZa wil dat zorgkantoren zich hiervoor blijven inspannen. Wel stelt de NZa vast dat zorgkantoren te weinig mogelijkheden hebben om fraude tegen te gaan en herhaling te voorkomen.
Hogere drempels en informatieverplichting
Zo blijkt onder andere dat zorgkantoren geen middelen hebben om frauderende zorgaanbieders te verhinderen ergens anders opnieuw zorg aan te bieden. Ze kunnen cliënten alleen adviseren hun zorg bij iemand anders in te kopen. Ook kunnen zorgkantoren geen informatie bij zorgaanbieders vorderen, omdat de zorgaanbieder verantwoording aflegt aan de pgb-houder en niet aan het zorgkantoor. De NZa vindt dat de drempels voor zorgaanbieders om zorg te mogen leveren hoger moeten zijn. Daarnaast moeten zorgaanbieders worden verplicht informatie te delen met zorgkantoren.
Kinderen onder de 18 zijn volgens de wet zelf budgethouder van hun pgb. Ook als hun ouders de zorg regelen. Dat betekent dat kinderen bij fouten of misbruik hun ouders aansprakelijk moeten stellen via de rechter. De zorgkantoren en de NZa vinden dit een onwenselijke situatie. Daarom vindt de NZa dat mensen voor wie de zorg bedoeld is niet langer automatisch ook budgethouder moeten zijn. Ook het ministerie van VWS onderkent het probleem en onderzoekt welke veranderingen er mogelijk zijn.