De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de gemeente niet van GGZ-Breburg mag verwachten dat het taken in de hoogspecialistische jeugdhulp voor zo’n 15 procent onder de kostprijs uitvoert
De rechter heeft de gemeente Tilburg op de vingers getikt om de tarieven jeugd-ggz. De gemeente mag niet van GGZ-Breburg verwachten dat het taken in de hoogspecialistische jeugdhulp voor zo’n 15 procent onder de kostprijs uitvoert, heeft de voorzieningenrechter bepaald. De aanbestedingsprocedure door de regio Hart van Brabant voor 2018 moet opnieuw worden gestart. GGZ-Breburg, een van de inschrijvers in de aanbesteding, spande een kort geding tegen de gemeente aan om betere tarieven te krijgen. De uurtarieven voor behandeling en diagnostiek en de etmaaltarieven voor verblijf met (extra) intensieve verzorging lagen volgens Breburg onder de kostprijs.
Consultaties zouden helemaal niet worden vergoed, en tussen specialistische hulp en hoogspecialistische hulp werd door de gemeente Tilburg geen onderscheid gemaakt, met een tarief onder de kostprijs tot gevolg. Breburg moest meedoen aan de aanbestedingsprocedure omdat anders de gevolgen voor cliënten en personeel niet te overzien zouden zijn. De gemeente nam het standpunt in dat Breburg in de organisatie zou moeten snijden om de geboden tarieven kostendekkend te maken. GGZ Nederland is blij dat GGZ-Breburg in het gelijk is gesteld maar betreurt het tegelijkertijd dat het blijkbaar nodig is om procedures te starten om faire tarieven te krijgen.
BEHOUD EN BESCHIKBAARHEID
De toekomst van de jeugd-ggz staat al langer onder grote druk.GGZ Nederland maakt zich ernstige zorgen over het behoud en de beschikbaarheid van benodigde gespecialiseerde psychische jeugdhulp. Daarom is de branchevereniging blij dat de rechter ingrijpt in de regio Hart van Brabant. Want hulp en kennis in de hoogspecialistische jeugdhulp mag niet verdwijnen. Investeren in jeugdigen met een psychische kwetsbaarheid is investeren in de toekomst, van het individu, het gezin en de samenleving
ZORGVULDIGHEIDSBEGINSEL
De rechtbank oordeelde dat de gemeente Tilburg in de aanbesteding vraagt om de dienstverlening ‘consultatie’ en handelt onder meer in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel door daarvoor geen tarief op te nemen. Ook wat de omstreden vier tarieven betreft, veegt de rechter het verweer van Tilburg van tafel; GGZ-Breburg neemt als exclusieve aanbieder van sommige (hoog)specialistische jeugdhulp een bijzondere plaats in de regio in, en het college van Tilburg is onder de Jeugdwet verplicht ervoor te zorgen dat die hulp voorhanden blijft. ‘Het in stand houden van een dergelijke grote en brede non-profit instelling gaat met een andere kostenstructuur gepaard dan het in stand houden van een praktijk aan huis of een kleine instelling met een geringer pakket aan diensten’, aldus de rechter. De rechter heeft een nieuwe aanbestedingsronde gelast waarbij hij de gemeente opdraagt lering uit het vonnis te trekken.
In dit vonnis gaat de rechter nog een stap verder dan het tussenvonnis waarbij de Regio Alkmaar erop is gewezen dat er nader onderzoek nodig is naar de redelijkheid van de vastgestelde tarieven. Op 3 november heeft de voorzieningenrechter in een procedure tussen een zestal jeugdhulpaanbieders en gemeenten uit de Regio Alkmaar in een tussenvonnis bepaald dat nader onderzoek naar de redelijkheid van de tarieven voor ambulante jeugdzorg per 1 januari 2018 nodig is. Daarmee wordt de uiterste datum voor toelating tot de inkoopprocedure opgeschort.
Rechter in Alkmaar heeft geen uitspraak willen doen omdat een juridische procedure, en zeker een kort geding, niet het aangewezen kader om een debat over de redelijkheid van tarieven te voeren. De materie is daarvoor te complex, de tijd is te kort en de rechter is onvoldoende deskundig. En, zo zegt de rechter, dat zou ook niet nodig moeten zijn. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen om na een indringend debat tot een verantwoorde financiering van de jeugdzorg te komen. Het tussenvonnis is daartoe een aansporing.