De vergoeding voor apotheken is sinds de invoering van de prestatiebekostiging en de vrije tarieven in de farmaceutische zorg ongewijzigd gebleven, terwijl in die periode de zorgvraag met 26% is toegenomen.
Waar alle zorgkosten zijn toegenomen, leveren apothekers meer zorg voor minder geld. De zorgvraag is in 6 jaar tijd met 26% toegenomen, terwijl de netto vergoeding daalde. Dit blijkt uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen. De NOS berichtte op 15 november nog dat de omzet van zorgpraktijken in 10 jaar tijd met 50% steeg.
De vergoeding voor apotheken is sinds de invoering van de prestatiebekostiging en de vrije tarieven in de farmaceutische zorg ongewijzigd gebleven, terwijl in die periode de zorgvraag met 26% is toegenomen. In 2010 verstrekte de gemiddelde apotheek 93.000 keer een geneesmiddel met de bijbehorende zorg, in 2016 117.000 keer. De tariefinkomsten die hiertegenover stonden, bleven in dezelfde periode nagenoeg gelijk: € 641.000 per jaar in 2010, € 648.000 per jaar in 2016. Deze cijfers zijn niet gecorrigeerd voor inflatie. Netto gingen apotheken er dus op achteruit.
Léon Tinke, directeur van apothekersorganisatie KNMP: ‘Het kaasschaafbeleid van zorgverzekeraars is zo ver gegaan dat niet eens sprake is van een normale prijs- en looncompensatie zoals dat in de zorg gebruikelijk is. Er heeft daarentegen een enorme verhoging van de werkbelasting plaatsgevonden, waarbij er aanzienlijk meer zorg wordt geleverd in minder tijd voor een lagere reële beloning.’