Huisartsen willen in overleg met anderen over het medicatiebeleid van ouderen met meerdere aandoeningen.
Huisartsen geven aan dat zij willen overleggen met andere huisartsen en apothekers over het medicatiebeleid voor ouderen met meerdere ziekten. Dit blijkt uit het proefschrift van NIVEL-onderzoeker Judith Sinnige, die 31 oktober 2017 hierop promoveert aan de Radboud Universiteit.
Om ouderen met multimorbiditeit van passende medicatie te voorzien is een duidelijke afbakening van de doelgroep nodig en een goede organisatie van de zorg. Sinnige stelt in haar proefschrift voor dat huisartsen en apothekers dit gezamenlijk oppakken en de patiënt hierbij betrekken. Structurele overlegmomenten en training kunnen bijdragen aan een heldere visie op het complexe medicatiebeleid voor patiënten met multimorbiditeit en polyfarmacie, waarin aandacht is voor individuele wensen en voorkeuren van patiënten.
Vergrijzing vraagt om meer afstemming
Het aandeel ouderen in de bevolking neemt toe. Omdat ouderen steeds langer zelfstandig thuis blijven wonen, zal een steeds groter deel van de patiëntenpopulatie van de huisarts op leeftijd zijn. Een deel ervan komt bij de huisarts voor de behandeling van meerdere chronische aandoeningen, ook wel multimorbiditeit genoemd. Deze patiënten gebruiken vaak veel verschillende geneesmiddelen, ook wel geduid als polyfarmacie.
Huisartsen gaan hier niet allemaal op dezelfde manier mee om. Zo zijn er grote verschillen in het aantal geneesmiddelvoorschriften per huisartsenpraktijk. Huisartsen laten in gesprekken weten dat zij daarom gemaakte keuzes in het medicatiebeleid regelmatig willen doornemen met andere huisartsen en apothekers. Bijvoorbeeld met structurele medicatiebeoordelingen.
Verdediging proefschrift
Sinnige gaat in haar proefschrift in op de complexiteit van de behandeling van oudere patiënten met multimorbiditeit in de huisartsenpraktijk, met een specifieke focus op het geneesmiddelengebruik en het medicatiebeleid.