Er is in de neuscellen verschil te zien tussen kinderen die met en zonder huisdieren opgroeiden
De neuscellen van jongeren met allergisch astma en hooikoorts zijn anders dan die van andere jongeren. Dat concluderen kinderlongarts Gerard Koppelman en promovendus Cancan Qi van het Universitair Medisch Centrum Groningen uit hun onderzoek, gefinancierd door het Longfonds. Ook is er in de neuscellen verschil te zien tussen kinderen die met en zonder huisdieren opgroeiden. Het onderzoek legt voor het eerst een directe link tussen omgeving, celveranderingen en allergie en maakt diagnose van allergisch astma bij kinderen eenvoudiger. De resultaten van het onderzoek werden 3 maart gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift The Journal of Allergy and Clinical Immunology.
Koppelman doet al jaren onderzoek naar veranderingen op het DNA die in de loop van het leven ontstaan. ‘Deze verandering noemen we methylering: er binden moleculen op het DNA die genen als het ware aan en uit kunnen zetten,’ legt Koppelman uit. ‘Die methylering hangt samen met je leeftijd, maar ook met allerlei omgevingsfactoren.’
Neuscellen van zestienjarigen
Het onderzoek werd uitgevoerd onder zestienjarige jongeren, die onderdeel zijn van het PIAMA-onderzoek. ‘In dit onderzoek volgen we kinderen uit heel Nederland al vanaf jonge leeftijd. We weten van alles van deze kinderen: of ze opgroeien met rokende ouders, huisdieren en luchtverontreiniging in de omgeving, bijvoorbeeld.’ Dankzij dit onderzoek zijn eerder al relaties gevonden tussen astma, roken van de moeder en luchtverontreiniging.
Verband tussen DNA-veranderingen en allergische astma
De onderzoekers haalden bij de jongeren met een borsteltje cellen uit de neus, en analyseerden de moleculen op het DNA. Ze vergeleken de neuscellen van kinderen met en zonder astma. ‘Er blijkt een duidelijk verschil tussen die twee groepen.’ legt Koppelman enthousiast uit. Hij ziet vooral toepassingen voor diagnose van allergische astma bij twee- tot vierjarigen ‘Van een tweejarig kind dat vaak verkouden is en piepend ademhaalt, is het moeilijk vast te stellen of er sprake is van allergisch astma of niet. Als we bij die jonge kinderen ook dit verschil in neuscellen kunnen meten, kunnen we die diagnose wél stellen, zonder dat het voor hen heel vervelend is.’ Of de methylering oorzaak is van de allergische astma of een gevolg ervan, is op basis van dit onderzoek niet te zeggen, maar dat maakt voor het stellen van een diagnose ook niet veel uit.
Opgroeien met huisdieren
De onderzoekers vonden ook een verband tussen omgevingsfactoren en DNA-methylering bij astma. ‘We wisten al dat kinderen die met huisdieren opgroeien beschermd lijken te zijn tegen astma. Nu hebben we voor het eerst aangetoond dat er ook daadwerkelijk een verband bestaat tussen het opgroeien met huisdieren, bepaalde DNA-methyleringspatronen en allergie’ zegt Koppelman. ‘Toch moet je oppassen om daar directe conclusies uit te kunnen trekken. Ons onderzoek zou erop kunnen wijzen dat huisdieren door een invloed op DNA-methylatie astma voorkomen, maar echte uitspraken over oorzaken en gevolgen kunnen we op basis van dit onderzoek niet doen. In ieder geval blijkt dus dat die DNA-methylering veel informatie geeft en kan helpen bij het vroeg diagnosticeren van astma.’