Systemische sclerose, ook wel sclerodermie genoemd, betekent harde (sclero) huid (dermis)
Bij zeldzame ziekten, zoals systemische sclerose, is het vaak lastig om grootschalig onderzoek te doen; de groep patiënten is te klein en er zijn meestal weinig onderzoeksmiddelen beschikbaar. Toch is het reumatoloog Madelon Vonk van het Radboudumc gelukt om genoeg patiënten met systemische sclerose jarenlang te volgen. ‘We weten nu dat het ontzettend belangrijk is vroeg te starten met behandelen.’ De resultaten van haar onderzoek zijn gepubliceerd in BMJ Annal of the Rheumatic Diseases.
Systemische sclerose, ook wel sclerodermie genoemd, betekent harde (sclero) huid (dermis). Het is een auto-immuunziekte, wat betekent dat het afweersysteem het eigen lichaam aanvalt. Het afweer- of immuunsysteem is juist bedoeld om ongewenste indringers, zoals virussen en bacteriën, buiten de deur te houden. Maar soms zit er een fout in het immuunsysteem en valt het juist de eigen cellen aan.
Bindweefsel is de lijm van het lichaam
Bij mensen met systemische sclerose doet het immuunsysteem dat met de cellen van het eigen bindweefsel, de lijm waarmee het lichaam aan elkaar zit. Reumatoloog Madelon Vonk: ‘Bindweefsel zit in en rond alle organen. Zonder dat zouden we slechts een plasje op de grond zijn.’ Het bindweefsel van patiënten met systemische sclerose kan overal ontstoken raken (systemisch betekent “in het hele lichaam”), en vervolgens wordt het hard en stug. Dit gebeurt in de huid, maar bijvoorbeeld ook in de slokdarm, longen, hart en nieren. Bij ernstige vormen van deze ziekte is het dodelijk; zonder behandeling overlijdt vijftig procent binnen drie jaar.
De ziekte treft vaak mensen die volop in het leven staan
Systemische sclerose komt weinig voor. In Nederland leven ongeveer drieduizend patiënten met deze aandoening, waarvan ruim een derde patiënt is in het Radboudumc Expertisecentrum voor systemische auto-immuunziekten. Madelon: ‘Het treft vaak mensen tussen de dertig en vijftig jaar, die volop in het leven staan. Maar ik heb ook patiënten jonger dan twintig jaar.’ Diagnostiek is lastig, omdat de klachten per persoon verschillen.
Fenomeen van Raynaud
Madelon verdiept zich al zestien jaar in systemische sclerose en mede door haar onderzoek is de lijst van kenmerken die kunnen duiden op deze ziekte uitgebreid. Madelon: ‘Het begint vaak met het fenomeen van Raynaud; mensen krijgen witte, vervolgens blauwe en rode vingers. Dat komt doordat de kleine bloedvaten verkrampen en er minder bloed doorheen stroomt. Veel mensen zijn moe, hebben last met slikken en krijgen later dikke vingers en een stugge huid, ook in het gezicht.’
Afwijkingen in de bloedvaatjes van de nagelriemen
Onderzoek naar afwijkingen in de bloedvaatjes van de nagelriemen vormen een belangrijk onderdeel van de diagnostiek. Daarnaast volgt een CT-scan van de borstkas. Hierbij wordt gelet op een open slokdarm waardoor de maaginhoud terug de slokdarm in gaat. Madelon vermoedde tijdens haar promotieonderzoek dat dit een belangrijke aanwijzing voor de ziekte kon zijn. Dit bleek inderdaad, en nu wordt dit onderdeel van diagnostiek erkend en internationaal toegepast. Madelon: ‘Als er nu een open slokdarm op de scan te zien is, denken we aan systemische sclerose.’
Bij systemische sclerose valt voor patiënten nog veel te winnen
Het vermoeden bestaat dat de ziekte begint met een fout in de werking van de binnenbekleding van de bloedvaten, het endotheel. Die fout geeft een ontstekingsreactie, maar waardoor die ontstaat is nog onbekend. Madelon: ‘Deze ziekte is een ingewikkelde uitdaging, juist dat is een reden waarom ik verliefd werd op deze ziekte, al klinkt dat gek. Het is een ongrijpbare aandoening waarbij er voor patiënten zo veel te winnen valt. We weten nog heel veel niet. Ik hou van de combinatie van onderzoek en mijn werk als arts. Ik zie voor wie ik het doe. Daarom wil ik dat het onderzoek dat we vandaag doen, morgen toepasbaar is voor de patiënten.’
Stamceltransplantatie met eigen stamcellen
Een stamceltransplantatie met stamcellen van de patiënt zelf is een mogelijke, maar loodzware, behandeling. Madelon: ‘Er is een kans van tien procent op overlijden bij deze behandeling. Daarom krijgt een patiënt eerst medicatie of chemotherapie. Als dat niet werkt en een transplantatie is mogelijk, voeren wij veel gesprekken om de patiënt zo goed mogelijk voor te bereiden.’ Bij de stamceltransplantatie “oogsten”, selecteren en bewaren de artsen stamcellen uit het beenmerg. Het beenmerg wordt daarna gedood met een hoge dosis chemotherapie. Zo sterven ook de verkeerde afweercellen die de klachten veroorzaken. Vervolgens worden de geoogste stamcellen teruggeplaatst, zodat de patiënt een nieuw en gezond afweersysteem opbouwt.
Bemoedigende resultaten
In haar meest recente studie heeft Madelon alle 92 Nederlandse patiënten gevolgd die een stamceltransplantatie hebben ondergaan, een onderzoek dat – ook internationaal – niet eerder is gedaan. ‘We hebben zelfs mensen gevolgd die al in 1999 behandeld zijn.’ Het doel? Weten hoe lang deze mensen nog leven na de transplantatie én hoe het met ze gaat. De resultaten zijn bemoedigend. De transplantatie zorgt voor een goede overleving. Na vijf jaar leeft nog 78 procent, en na vijftien jaar nog 66 procent. ‘De meeste mensen kunnen weer werken. Maar er zijn ook patiënten die veel last hebben van vermoeidheid of een beperkte longfunctie houden. Want de ziekte kan wel tot onherstelbare schade, zoals littekens op de longen, hebben geleid.’
Mannen lopen grotere kans op overlijden dan vrouwen
Door dit onderzoek werd ook duidelijk wat de risicofactoren voor een stamceltransplantatie zijn. Mannen hebben, om nog onbekende reden, een grotere kans om te sterven. En mensen bij wie de ziekte net voor de transplantatie het meest actief is, hebben de beste kans op een goed resultaat. ‘Bij systemische sclerose is het ontzettend belangrijk de diagnose vroeg te stellen en te starten met behandelen’, aldus Madelon. ‘Hier loopt nu onderzoek naar, de hit hard and early-studie. We denken dat Prednison kan voorkomen dat iemand ziek wordt. Als dat echt zo is, kunnen we onderzoeken welke ontstekingsremmende medicijnen nog meer werkzaam kunnen zijn. Dan ligt de wereld aan onze voeten.’
- Waarschijnlijk 3.000 patiënten in Nederland (ruim 1.000 in het Radboudumc)
- 75% is vrouw
- De ziekte start gemiddeld tussen het 30e en 50e jaar
- Na 5 jaar leeft gemiddeld nog 89%
- Bij ernstige vorm is 50% van de patiënten binnen 3 jaar overleden
- Na een stamceltransplantatie is 78% na 5 jaar in leven zonder orgaanuitval