Dat lijkt een vanzelfsprekendheid, maar het verband tussen volhardend afvallen en de gezondheid van de lever was nog niet eerder wetenschappelijk aangetoond
Patiënten met leververvetting en -fibrose doen er verstandig aan gewicht te verliezen, net zo lang tot de lever weer gezond is. Deze patiënten krijgen van hun dokter nu vaak het advies om 3 tot 10 procent van hun lichaamsgewicht af te vallen. Maar dat blijkt lang niet altijd voldoende om de lever weer gezond te maken.
Dat ontdekte dr. Laurens van Kleef, verbonden aan de afdeling Maag-Darm-Leverziekten van het Erasmus MC. Hij bestudeerde de gegevens van een Amerikaanse bevolkingsstudie, waaraan een dwarsdoornede van de Amerikaanse populatie meedeed. Zijn studie is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Gastro Hep Advances.
‘Het lijkt erop dat het de levergezondheid ten goede komt als mensen met blijven afvallen, en niet stoppen als ze die 10 procent hebben bereikt’, zegt Van Kleef.
Dat lijkt een vanzelfsprekendheid, maar het verband tussen volhardend afvallen en de gezondheid van de lever was nog niet eerder wetenschappelijk aangetoond. ‘Mensen die meer dan 15 procent van hun gewicht verliezen, hebben 80 procent minder kans op leververvetting, 50 procent minder kans op leverontsteking en 60 procent minder kans op leverfibrose’, zegt Van Kleef. ‘Dat zijn aanzienlijk hogere percentages dan wat we zien bij 3 tot 10 procent gewichtsverlies: namelijk 20 tot 35 procent voor alle drie de aandoeningen.’
Signaal
Afvallen door gezonde voeding en voldoende beweging maakt bijna alles beter, weet Van Kleef. Maar daarmee bereiken mensen gemiddeld slechts 3,5 tot 5 procent gewichtsafname. Overgewicht en obesitas dragen bij aan allerlei ziekten: hart- en vaataandoeningen, diabetes type 2, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, depressie en kanker. Vervetting van de lever, zeker in aanwezigheid van leverontsteking of fibrose, is een belangrijk signaal dat het overgewicht een serieus gevaar aan het vormen is voor de gezondheid.
Leververvetting ontstaat langzaam, met het klimmen van de leeftijd en het toenemen van het gewicht. In een vervette lever kan gemakkelijk ontsteking ontstaan, wat zorgt voor littekenvorming. Door de verlittekening kan de lever niet goed meer functioneren. Uiteindelijk kan de fibrose uitmonden in levercirrose of zelfs leverkanker. De patiënt wordt dan ernstig ziek. Leverfibrose kan met forse gewichtsafname weer herstellen. Levercirrose is onomkeerbaar.
Toch zijn er ook genoeg mensen met een ogenschijnlijk gezond gewicht die vervetting, ontstekingen en fibrose hebben. ‘Deze mannen en vrouwen lijken slank maar hebben veel buikvet’, zegt Van Kleef. ‘Of ze drinken onbewust toch veel alcohol. Ook bagatelliseren mensen hun overgewicht nogal eens. Het is belangrijk om niet alleen de Body Mass Index (BMI) te checken, maar ook de tailleomvang te meten en onverbloemd te tellen hoeveel alcohol je per dag drinkt.’
Screenen
Van Kleef pleit voor meer bewustwording over levergezondheid – en vooral leveróngezondheid – bij huisartsen en internisten. ‘Bij een verhoogd risico op fibrose – artsen kunnen dat vaststellen met een scoresysteem op basis van leverwaarden – kunnen ze hun patiënt doorverwijzen voor een fibroscan. Op de scan is te zien hoeveel vet er in de lever zit en of er al littekenweefsel aanwezig is.’
Ook zijn er screeningsprogramma’s in de maak. ‘Wij leveren daar vanuit de ERGO-studie gegevens voor aan. De vraag is: wat gaan we vinden als we iedereen zouden screenen? Hoe vaak moet je screenen en welke doelgroepen moet je dan hebben?’
Medicatie
Er is nieuwe medicatie in aantocht die leverfibrose kan genezen. De Europese medicijnwaakhond EMA bekijkt of het medicijn ook op de Europese markt mag komen. Ook van de populaire afslankmiddelen semaglutide en tirzapatide is al bekend dat het bijdraagt aan een gezondere lever. Je valt er immers kilo’s – 15 tot 20 procent van het lichaamsgewicht – van af.
Wie straks in aanmerking komt voor die nieuwe medicamenteuze behandelingen, is nog niet bekend. Volgens Van Kleef is het belangrijk om bij leverfibrose de obesitasrichtlijnen te volgen: eerst nagaan wat de oorzaken van overgewicht zijn – bijvoorbeeld met checkoorzakenovergewicht.nl – en dan die oorzaken aanpakken. ‘Vaak is er een gecombineerde leefstijlinterventie nodig en – als dat onvoldoende effect heeft – obesitasmedicatie of bariatrische chirurgie als aanvulling op de leefstijlveranderingen.’
NHANES
Laurens van Kleef maakte voor zijn studie gebruik van de National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES), een Amerikaanse populatiestudie waarin gegevens zijn verzameld over 6802 Amerikanen van 18 tot 80 jaar, mannen en vrouwen, van laag tot hoog opgeleid en van diverse afkomst: een dwarsdoorsnede van de Amerikaanse bevolking.
Deelnemers vulden vragenlijsten in over hun leefstijl, over hun huidige gewicht en hun gewicht van 1 en 10 jaar geleden. Ook ondergingen ze een fibroscan. ‘De deelnemers hebben een gemiddelde BMI van 29’, schetst Van Kleef. ‘Ruim 40 procent van de onderzoekspopulatie had leververvetting. Leververvetting ontstaat doorgaans als je de BMI van 25 overschrijdt of als je buikomvang vergroot is. In Nederland vermoeden we dat 1 op de 3 mensen leververvetting heeft.’
Bron: Erasmus MC