Door het opheffen van de regel kunnen ook andere zorgprofessionals dergelijke zorg leveren aan de patiënt
Het verplichte face-to-face contact tussen arts en patiënt aan het begin van een zorgtraject verdwijnt per 1 januari 2020 uit de NZa-regels voor de medisch-specialistische zorg. De Nederlandse Zorgautoriteit stelt dat deze regel niet meer aansluit bij de actuele zorgpraktijk. Daar is de inzet juist steeds meer op het leveren van zorg dichtbij de patiënt als dat in diens belang is. Nu leidt de regel er toe dat patiënten soms onnodig naar de polikliniek komen voor een gesprek met de arts, terwijl een digitaal consult ook voldoende kan zijn. In die gevallen waar dat nodig is, blijft het dbc-systeem op andere manieren borgen dat een fysiek consult tussen arts en patiënt plaatsvindt. Meer informatie leest u in de informatiekaart Wijzigingen dbc-pakket 2020.
In de huidige regels is het fysieke face-to-face contact tussen de patiënt en de zorgverlener (met poortfunctie) aan het begin van een zorgtraject een belangrijke voorwaarde om de zorg vergoed te krijgen. De NZa voerde de regel op verzoek van veldpartijen door om te borgen dat een arts zorgvuldig diagnose en behandeling kan vaststellen bij de patiënt. Met de huidige digitale toepassingen is de regel niet meer van deze tijd. In sommige gevallen is het juist in het belang van de patiënt om het gesprek met de arts bijvoorbeeld via telefoon of e-mail te voeren. Dit bespaart de patiënt reistijd en energie. Daarnaast is het niet noodzakelijk dat de arts per se het gesprek met de patiënt voert. Door het opheffen van de regel kunnen ook andere zorgprofessionals dergelijke zorg leveren aan de patiënt.
Andere wijzigingen per 2020
Onze regels mogen samenwerking tussen zorgaanbieders niet in de weg staan. Daarom verruimen we de regel voor onderlinge dienstverlening. Door de huidige definitie van de regel is onderlinge dienstverlening alleen tussen zorgaanbieders in de tweede lijn mogelijk. Met de aangepaste regel kan bijvoorbeeld ook onderlinge dienstverlening plaatsvinden tussen zorgaanbieders uit de eerste lijn en zorgaanbieders uit de tweede lijn. Ook met deze maatregel dragen we bij aan de juiste zorg op de juiste plek: zorg in de eerste lijn als het kan en alleen in de tweede lijn als het moet.