Deze nieuwe behandeltechniek voorkomt dat het onderbeen geamputeerd moet worden door de plaatselijke groei van nieuw botweefsel

In het Maastricht UMC+ is de eerste patiënt met een groot botdefect na een ernstige onderbeenbreuk succesvol behandeld met behulp van een biologisch afbreekbaar 3D-geprint implantaat en lichaamseigen stamcellen en botweefsel. Deze nieuwe behandeltechniek voorkomt dat het onderbeen geamputeerd moet worden door de plaatselijke groei van nieuw botweefsel. De toepassing van de nieuwe methode is een samenwerking tussen traumachirurgen van het Maastricht UMC+ en wetenschappers van onderzoeksinstituut MERLN van de Universiteit Maastricht.
Zo’n tientallen keren per jaar komt het in Nederland voor dat mensen een dusdanige botbreuk van het onderbeen oplopen dat amputeren vaak nog de enige optie is door de grootte van het ontbrekende stuk bot. Voor patiënten is dat een traumatische gebeurtenis die niet alleen een lichamelijk impact heeft, maar ook een negatieve invloed heeft op de psychische gesteldheid. Vaak zijn het ook nog eens vrij jonge mensen die dit overkomt met nog een heel leven voor zich. Met behulp van nieuwe medisch-technologische ontwikkelingen komt daar nu dus verandering in.

3D-geprint implantaat
Om grote en ernstige botdefecten na een onderbeenbreuk te kunnen herstellen is allereerst een CT-scan nodig. Op basis daarvan wordt een gepersonaliseerd 3D-frame geprint dat in de breuk kan worden geplaatst via een operatieve ingreep. Het implantaat bestaat uit twee componenten. De basis is van een polymeer genaamd polycaprolactone. Daar bovenop zit een laagje tricalciumfosfaat, een substantie die van nature ook in botweefsel aanwezig is en botgroei stimuleert. Het implantaat is ontwikkeld door het Australische bedrijf Osteopore in samenwerking met het Maastricht UMC+ en het Maastrichtse onderzoeksinstituut MERLN. Wetenschapper Martijn van Griensven is nauw betrokken bij die ontwikkeling en benadrukt de nauwkeurigheid waarmee het implantaat wordt gemaakt: “Het vergt een bijzondere precisie om exact een implantaat te maken dat afgestemd is op de individuele patiënt. Daarnaast moet dit ook uiterst steriel gebeuren om infecties te voorkomen nadat het frame is ingebracht bij de patiënt.”

Botweefsel
Tijdens de operatie worden er via het beenmerg van de patiënt ook stamcellen afgenomen. In een hoge concentratie worden die samen met lichaamseigen botweefsel vervolgens aangebracht op het geplaatste frame. Uiteindelijk begint er aan het implantaat nieuw botweefsel te groeien. Aangezien het implantaat zelf van biologisch afbreekbaar materiaal is gemaakt, zal dit na verloop van tijd in zijn geheel zijn verdwenen en volledig vervangen door botweefsel. Traumachirurgen Martijn Poeze en Taco Blokhuis zijn enthousiast over de nieuwe techniek: “Als we mensen het fysieke en mentale leed van een amputatie kunnen besparen dan is dat natuurlijk heel veel waard. Je voorkomt dat patiënten de rest van hun leven een prothese moeten dragen met alle ongemakken die daarbij horen. We kunnen op deze manier dan ook een veel beter toekomstperspectief bieden.”

Lees ook  in Onze verhalen https://www.mumc.nl/actueel/onze-verhalen/wetenschappelijk-onderzoek-zorgt-voor-doorbraak-traumachirurgie