Een patiënt met een ernstig huiddefect, zoals een brandwond of bacteriële infectie, kan in aanmerking komen voor huidreconstructie
Bij patiënten die na een brandwond een huidreconstructie ondergaan, kan een enkele operatie genoeg zijn voor het vervangen van zowel de onder- als opperhuid. Dat schrijven onderzoekers van het Radboudumc in een wetenschappelijk artikel. Patiënten verblijven niet alleen een week korter in het ziekenhuis, ze hebben ook minder last van littekenvorming.
Een patiënt met een ernstig huiddefect, zoals een brandwond of bacteriële infectie, kan in aanmerking komen voor huidreconstructie. Een plastisch chirurg plaatst dan op de plaats van de wond een stuk huid van elders op het lichaam. Helaas is dat proces niet ideaal. De getransplanteerde huid kan strak gaan zitten, vooral als de reconstructie is gedaan in de buurt van een gewricht. Bovendien kan het nieuwe stuk huid overmatige littekenvorming geven. Dat ziet er niet mooi uit en kan de functie van de nieuwe huid negatief beïnvloeden.
Nieuwe onderhuid gemaakt van donorhuid
Gelukkig zit er vooruitgang in het proces van huidreconstructie, zegt Dietmar Ulrich, hoogleraar Plastische en Esthetische Chirurgie en hoofd van de afdeling Plastische Chirurgie bij het Radboudumc. “Het is nu gangbaar om het stuk huid dat getransplanteerd wordt uit te rekken door er gaatjes in te maken, waardoor een klein stuk huid toch een grotere wond kan bedekken. Maar een dergelijk stuk huid dat op die manier is getransplanteerd voelt vaak strak aan”, zegt Ulrich. “Bij een ernstig huiddefect, zoals een ernstige brandwond, is niet alleen de opperhuid beschadigd, maar ook de huidlaag daaronder. Die bevat alle klieren en het elastische bindweefsel dat de huid soepel houdt.” Collega’s van zijn afdeling deden daarom in samenwerking met de Euro Skin Bank onderzoek naar een vervanging van deze huidlaag door een geprepareerde onderhuid, gemaakt van donorhuid en bewerkt waardoor er geen cellen van de donor meer in zitten. “In die geprepareerde onderhuid kunnen lichaamseigen cellen en vaten groeien, waardoor de uiteindelijke huidlaag steviger en soepeler wordt.”
Eén operatie leidt tot betere kwaliteit van littekens
Voor het reconstrueren van de huid met zo’n stuk geprepareerde onderhuid zijn twee operaties gebruikelijk, zegt Ulrich. “Eerst maken we de wond schoon, waarna we de geprepareerde onderhuid erop bevestigen. Het oorspronkelijke idee was dat het een week duurt om cellen, bindweefsel en haarvaten in te laten groeien, en dat we daarna de wond kunnen sluiten met de nieuwe opperhuid.”
Ulrich en zijn collega’s laten nu zien dat het mogelijk is om deze techniek bij een breed scala van patiënten succesvol toe te passen met slechts één operatie. Ze verrichtten daarvoor klinisch onderzoek onder tien patiënten, variërend in leeftijd van drie weken tot 77 jaar oud, met verschillende soorten oorzaken van huiddefecten zoals brandwonden, wonden na een ongeluk, of na een ernstige bacteriële infectie. “Wij zagen dat bij alle patiënten 98 procent van de huid succesvol ingroeit.”, zegt Ulrich. “Bovendien was de kwaliteit van de littekens beter dan na twee operaties.”
Vervolgonderzoek bij 100 kinderen
De volgende stap voor Ulrich is om zijn onderzoek op te schalen, zodat ook de effecten op de langere termijn duidelijk worden. “We starten een groter onderzoek met 100 patiënten, in samenwerking met het kinderbrandwondencentrum van het Radboudumc en Amalia kinderziekenhuis”, zegt Ulrich. “In dat onderzoek willen we de toepassing van het gebruik van de geprepareerde huidlaag uitbreiden en het effect op de littekenkwaliteit bestuderen. Daarbij zien we de patiënten een jaar langer terug: tot twee jaar na de operatie.”
Het onderzoek van Ulrich en zijn collega’s maakt duidelijk dat één operatie een interessante optie is voor patiënten die een huidtransplantatie ondergaan. Dat heeft flinke gevolgen voor het revalidatietraject van de patiënt, zegt Ulrich. “De patiënt ligt een week korter in het ziekenhuis, en ondergaat een operatie minder. Dat scheelt niet alleen ongemak en hersteltijd voor de patiënt, maar het verkleint ook de kans op infecties.”