In 2021 waren er naar schatting 790.000 mensen in Nederland met een coronaire hartziekte
Professor Hester den Ruijter en Assistant Professor Ernest Diez Benavente hebben vrijdag 5 mei een ERC Proof of Concept grant toegekend gekregen. Dit is een vervolgsubsidie op een eerdere ERC grant (UCARE-project) om innovatie uit dat project verder te ontwikkelen. Het onderzoek richt zich op sekseverschillen waarin de ontwikkeling van atherosclerose en coronaire hartziekte (CAD) centraal staat. Met behulp van deze grant, ter waarde van €150.000, zullen zij onderzoek doen naar een geavanceerde methode om de diagnose van atherosclerose en CAD bij vrouwen te verbeteren.
In 2021 waren er naar schatting 790.000 mensen in Nederland met een coronaire hartziekte (in het Engels ‘coronary artery disease’ of CAD). Dit is een ziekte aan het hart die het gevolg is van vernauwingen in de (krans)slagaders en kan leiden tot verschillende ziektebeelden, zoals een hartinfarct of hartfalen. Deze diagnose is belangrijk aangezien ischemische hartziekten, waarbij organen en weefsels een tekort aan zuurstof hebben, verantwoordelijk zijn voor 45 procent van de sterfgevallen bij vrouwen en 39 procent bij mannen in de EU. Toch wordt de diagnose van CAD bij vrouwen regelmatig te laat herkend. Hester: “Dit komt doordat veel onderzoek en het stellen van een diagnose op onderzoek met mannen is gebaseerd. Met deze eerdere subsidie van de ERC hebben we de afgelopen jaren laten zien dat er andere mechanismen een rol spelen bij vrouwen, en op basis van die bevindingen willen we een nieuwe bloedtest ontwikkelen.”
Risico op CAD meetbaar in het bloed
Coronaire hartziekte is een gevolg van atherosclerose, hierbij ontstaat er een vernauwing in de bloedvaten. Deze vernauwing wordt veroorzaakt door een proces waarin vetten zich ophopen op de wand van het bloedvat. Ernest licht toe: "Er ontstaan zogenoemde plaques die het bloedvat vernauwen of zelfs kunnen blokkeren. De zuurstoftoevoer wordt verminderd of zelfs afgesloten wat gevaarlijke situaties kan veroorzaken, zoals een beroerte of een hartaanval.” De onderzoeksgroep van Hester heeft duidelijke sekseverschillen vastgesteld in de vorming van deze plaques en de genetische regulering ervan. Ernest: “Die kennis willen we omzetten in een test die uiteindelijk bij patiënten kan worden gebruikt. Het is belangrijk om de diagnose van deze hartproblemen bij vrouwen eerder te ontdekken.”
Uit hun onderzoek is nu gebleken dat er een aantal biomarkers zijn die de aanwezigheid van deze plaques kunnen aantonen en aan kunnen geven hoe groot de kans op het ontwikkelen van CAD is. Biomarkers zijn meetbare stofjes in het bloed die een indicatie van een ziekte kunnen geven. Ernest: “Wanneer iemand veel plaques heeft kunnen we dit achterhalen door de plaque specifieke biomarkers te meten met behulp van DNA-sequentie technologie”. Deze methode is duur en kost veel tijd waardoor het niet inzetbaar is voor de dagelijkse praktijk. Hester: “Er moet daarom gekeken worden welke methode dezelfde informatie geeft zonder dat we het hele DNA moeten onderzoeken.”
PCR-methode ontwikkelen
Ernest geeft aan dat ze al gestart zijn met het onderzoek en dat deze ERC Proof of Concept grant ze daar verder in kan ondersteunen. Ernest: “We hebben al een indicatie dat de plaque specifieke biomarkers gemeten kunnen worden doormiddel van een PCR-assay.” Dit houdt in dat er uit een klein bloedmonster op een betaalbare manier plaque-specifieke signalen gedetecteerd kunnen worden. Wanneer deze PCR-methode goed blijkt te werken kan deze uiteindelijk ingezet worden bij een screeningstest die artsen gebruiken voor de diagnose van CAD. De patiënten die een verhoogd risico op plaques blijken te hebben kunnen dan uitgelicht en verder onderzocht worden. Het doel is om een prototype te ontwikkelen dat gevalideerd en afgestemd is op de praktijk en uiteindelijk tot een product ontwikkeld kan worden. Hester: “Voor vrouwen, maar ook voor mannen, kan zo'n product een groot verschil maken. Het is belangrijk dat de diagnose beter en tijdig gesteld kan worden, op die manier kan veel schade aan het hart worden voorkomen.”
Bron: UMC Utrecht