Als iemand kanker in de lever heeft, kan een chirurg het aangetaste stuk van de lever verwijderen
Onderzoekers van de afdelingen chirurgie en interventieradiologie in het Maastricht UMC+ onderzoeken al een aantal jaar een nieuwe behandelmethode die ervoor moet zorgen dat meer mensen met naar de lever uitgezaaide darmkanker een operatie kunnen krijgen. Dankzij een tweede subsidie van KWF Kankerbestrijding gaan ze nu ook onderzoeken of de methode toegepast kan worden bij mensen waar de kanker in de lever begonnen is – een zogenaamde primaire levertumor.
Als iemand kanker in de lever heeft, kan een chirurg het aangetaste stuk van de lever verwijderen. Maar dat kan alleen als er minimaal 30% van de lever overblijft. Dankzij onderzoek van een internationaal consortium onder leiding van het Maastricht UMC+ (MUMC+), de Dragon Trials Collaborative, worden die behandelmogelijkheden uitgebreid.
Veelbelovende behandeling
Het gezonde deel dat overblijft na de operatie noemen we de restlever. Het is al langer mogelijk om die restlever voor de operatie te laten groeien, zodat meer mensen kans maken op een operatie. Maar de ‘oude’ methode hiervoor – door de aanvoer van bloed via de poortader af te sluiten in het aangetaste deel van de lever – werkt slechts bij 60-75% van de patiënten. Bij de nieuwe methode wordt niet alleen de aanvoer, maar ook de afvoer van bloed via de leverader afgesloten. Uit de eerste resultaten van onderzoek blijkt dat tot 90% van de patiënten met een aanvankelijk te kleine restlever de operatie uiteindelijk kan ondergaan. Lees ook het artikel over één van de patiënten die die meedeed aan het onderzoek, met uitleg van onderzoeker Remon Korenblik.
Primaire levertumoren
Het huidige onderzoek is alleen gericht op patiënten met naar de lever uitgezaaide darmkanker. Nu gaan de onderzoekers de methode ook toepassen bij tumoren die in de lever zelf zijn ontstaan. Die patiënten zijn moeilijker te behandelen, legt drs. Sinéad James uit, arts-onderzoeker en promovendus bij de afdeling chirurgie van het MUMC+. ‘Bij primaire levertumoren gaat het om tumoren in de galwegen (cholangiocarcinoom) of in het leverweefsel zelf (hepatocellulair carcinoom). Patiënten met deze vormen van kanker zijn vaak zieker dan wanneer de kanker ergens anders in het lichaam is begonnen en de kanker later in de lever is gekomen. Bij een galwegtumor wordt bijvoorbeeld vaak de galafvoer geblokkeerd waardoor patiënten geelzucht krijgen. Bij een tumor in de lever zie je dat de patiënt vaak al verzwakt is, waardoor opereren bij veel patiënten geen optie is. Kortom, primaire en uitgezaaide kanker in de lever zijn dus eigenlijk hele verschillende ziekten, daarom moeten we in aparte onderzoeken bekijken of we de methode kunnen toepassen.’
364 patiënten
Coördinerend onderzoeker Sinéad James en de rest van het team werken samen met zo'n 60 andere ziekenhuizen in Europa, Noord Amerika, Australië en Azië. Gezamenlijk gaan ze 364 patiënten behandelen, waarvan de helft met de nieuwe methode. De onderzoekers verzamelen vervolgens alle gegevens van de behandelingen, zoals scans van de lever. Daarnaast worden de patiënten 5 jaar gevolgd om inzicht te krijgen in de eventuele terugkeer van de kanker en overleving van de patiënten. Zo hopen de onderzoekers de komende drie tot zeven jaar belangrijke vragen over de toegevoegde waarde van de nieuwe behandelmethode bij mensen met primaire levertumoren te kunnen beantwoorden.
Dragon PLC (Primary Liver Cancer) Trial
Het onderzoek, genaamd DRAGON PLC trial, is het initiatief van het MUMC+ en staat onder leiding van chirurg-oncoloog dr. Ronald van Dam en interventieradioloog dr. Christiaan van der Leij. Onlangs ontving het team, bestaande uit de promovendi drs. Remon Korenblik, drs. Sinéad James en Jens Smits, en de medisch specialisten dr. Maxime Dewulf, dr. Christiaan van der Leij en dr. Ronald van Dam, voor de uitbreiding van het onderzoek een subsidie van €735.196,- van KWF Kankerbestrijding.
Bron: Maastricht UMC+