Inzet van zorg op afstand naar verwachting blijvend

Huisartsenpostorganisaties hebben tijdens de COVID-19-pandemie noodzakelijke organisatorische veranderingen doorgevoerd, met als doel de zorg zo veel en veilig mogelijk te continueren. Een ruime meerderheid heeft ingezet op een apart triageprotocol voor COVID-19-achtige klachten, een minderheid op striktere triagemaatregelen. Daarnaast is vaak ingezet op het leveren van huisartsenzorg op afstand, zoals meer telefonische consulten en minder fysieke consulten op de huisartsenpost, met intentie tot behoud in de toekomst. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel in samenwerking met branchevereniging InEen, UMC Groningen, Radboud UMC en Maastricht UMC+.

Dit onderzoek (factsheet 5) maakt deel uit van het COVID-GP project. We hebben in kaart gebracht welke organisatorische veranderingen hebben plaatsgevonden op de huisartsenposten (HAP) sinds het uitbreken van de COVID-19-pandemie en van welke wordt verwacht dat ze behouden zullen worden na de pandemie. Meer kennis over de ingevoerde veranderingen tussen verschillende huisartsenpostorganisaties kan bijdragen aan de manier waarop de zorg op de HAP nu en in de toekomst beter kan worden ingericht.

Triageprotocol voor COVID-19-achtige klachten ruim ingezet
In het vragenlijstonderzoek gaven 12 van de in totaal 16 deelnemende huisartsenpostorganisaties aan (75%) tijdens de pandemie te hebben gewerkt met een apart triageprotocol voor COVID-19-achtige klachten. Minder dan de helft gaf aan maatregelen te hebben doorgevoerd als digitale zelftriage door de patiënt (44%, zeven organisaties) en striktere triage op het urgentieniveau (31%, vijf organisaties). De huisartsenpostorganisaties die deze maatregelen hadden ingevoerd, gaven daarbij aan dat zij verwachtten deze maatregelen ook in de toekomst te zullen blijven hanteren.

Tijdens de eerste golf is COVID-19-zorg centraler geregeld dan later tijdens de pandemie
Tijdens de eerste COVID-19-golf (maart 2020) gaven 5 van de 16 deelnemende huisartsenpostorganisaties (31%) aan de zorg voor COVID-19-verdachte patiënten centraal te hebben georganiseerd binnen de eigen regio; op één centrale HAP voor zowel kantooruren als de avond-, nacht- en weekend (ANW)-uren. Later in pandemie werd de COVID-zorg minder centraal georganiseerd. Vanaf de tweede golf vond deze zorg nog maar bij 13% op één centrale HAP plaats (zowel tijdens kantooruren als ANW-uren), tegenover 69% in de eigen huisartsenpraktijk of op de HAP.

Vaker zorg op afstand
Tijdens de pandemie gaven deelnemende huisartsenpostorganisaties aan vaker zorg op afstand te leveren. Van hen gaf 87% aan meer telefonische consulten te doen, 81% gaf aan digitale consulten in te zetten en 62% gaf aan minder fysieke consulten te houden. Het merendeel van deze organisaties verwachtte dit veranderde beleid ook in de toekomst aan te zullen houden. Twee huisartsenpostorganisaties (12%) gaven aan minder visites te hebben ingezet tijdens de pandemie, terwijl zeven organisaties (44%) aangaven juist meer visites te hebben ingezet. Drie van hen (19%) verwachtten ook in de toekomst meer visites te zullen blijven rijden.

Over het onderzoek
Het onderzoek maakt deel uit van het door ZonMw gesubsidieerde tweejarige project ‘Veranderingen in organisatie en zorggebruik in de huisartsenzorg: lessen van de coronapandemie (COVID-GP project)’. Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van een vragenlijst die door branchevereniging InEen is uitgezet onder bestuurders van alle 52 huisartsenpostorganisaties in de periode van april tot en met juni 2021 (ten tijde van versoepelingen van de COVID-19-maatregelen). De vragenlijst is ingevuld door 16 huisartsenpostorganisaties (31% van alle huisartsenpostorganisaties in Nederland), hier vallen in totaal 39 huisartsenposten onder.