De medewerker van een Nederlandse vaccinproducent, die begin april besmet raakte met het poliovirus, draagt het virus niet meer bij zich.
Er zijn geen andere mensen besmet geraakt en de medewerker kan nu ook geen andere mensen meer besmetten. De GGD stopt de dagelijkse monitoring van de medewerker en de gezinscontacten. Alle maatregelen die uit voorzorg zijn genomen zijn opgeheven.
Omdat de medewerker gevaccineerd is, kon hij zelf niet ziek worden van het poliovirus. Wel droeg deze medewerker het virus bij zich en kon hij het verspreiden via de ontlasting. De medewerker verkeerde in thuisisolatie. De GGD heeft regelmatig de medewerker en zijn omgeving onderzocht op het poliovirus. Na 29 dagen is de uitscheiding van het poliovirus gestopt en is er geen risico meer op verspreiding. Door intensieve monitoring en strikte hygiënemaatregelen in de thuissituatie is voorkomen dat er andere besmettingen zijn opgetreden. Ook wordt de intensivering van de rioolwatersurveillance afgebouwd.
Vaccinatie polio
In Nederland krijgen kinderen vanaf de leeftijd van twee maanden een inenting tegen polio. Daarmee is het grootste deel van de bevolking beschermd tegen deze ziekte. Het is desondanks belangrijk gerichte maatregelen te nemen rondom een persoon die besmet is geraakt, omdat in Nederland ook mensen niet zijn gevaccineerd tegen polio.
Bron: RIVM