Dovenschap is blij dat het voorstel voor wettelijke erkenning als officiële taal eindelijk op de agenda van de Tweede Kamer komt
Binnenkort wordt het initiatiefwetsvoorstel voor de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal in de Tweede Kamer behandeld. Na het advies van de Raad van State dienen de Tweede Kamerleden Carla Dik-Faber (CU), Attje Kuiken (PVDA) en Jessica van Eijs (D66) het voorstel in bij de Tweede Kamer voor de volgende belangrijke fase. De voorbereiding gebeurde in nauwe samenwerking met Dovenschap, de onafhankelijke vereniging voor doven en gebarentaligen.
Dovenschap is blij dat het voorstel voor wettelijke erkenning van de Nederlandse Gebarentaal (NGT) als officiële taal eindelijk op de agenda van de Tweede Kamer komt. De erkenning betekent voor dove mensen niet alleen erkenning van de taal waarin zij zich als persoon uitdrukken, maar ook erkenning en zichtbaarheid van gebarentaligen als een gemeenschap in Nederland met een eigen taal en culturele identiteit. In veel landen is de gebarentaal wettelijk al erkend;in Nederland is dat nog niet zo. Het is een lang gekoesterde wens van de Nederlandse Dovengemeenschap om net als het Fries de Nederlandse Gebarentaal (NGT) juridisch vast te leggen.
Stappen naar een wettelijke juridische erkenning
Het voorstel werd in oktober 2016 ingebracht door het toenmalige Tweede Kamerlid Roelof van Laar (PvdA) samen met Carla Dik-Faber (CU). Een logisch vervolg na de ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een beperking, die in hetzelfde jaar eindelijk in Nederland plaatsvond. Uitvoering van het VN-Verdrag leidt tot een inclusieve samenleving waarin iedereen vanzelfsprekend welkom is en meedoet, op alle levensterreinen. In het verdrag is ook opgenomen dat een land de nationale gebarentaal moet erkennen, gebruiken en stimuleren. Al in 1996 werd een eerste voorstel ingediend voor de wettelijke erkenning van NGT. In de loop van de jaren heeft Dovenschap een andere lobby-strategie ingezet, met de focus op NGT als de taal van een gemeenschap met een eigen culturele identiteit.
Het belang van wettelijke erkenning in de praktijk
Jarenlang is de Nederlandse Gebarentaal onderdrukt geweest. Het gebruik van gebaren in opvoeding en het onderwijs aan doven werd afgeraden. Voor veel oudere doven is het een extra emotioneel moment. Zij zijn opgegroeid in een tijd waar gebaren soms zelfs met lijfstraffen werden bestreden. Dit is nu niet meer het geval, maar er is nog veel onbekendheid. Zo willen steeds meer dove kinderen met inzet van tolken NGT naar het regulier onderwijs, maar deze kinderen worden regelmatig, ondanks dat de overheid de tolkvoorziening vergoed, door scholen geweigerd. Ook is veel belangrijke informatie van de overheid en de politiek niet toegankelijk. Bijvoorbeeld zoals recent bleek, tijdens crisissituaties.
Nederlandse Gebarentaal
De Nederlandse Gebarentaal is een natuurlijke en visuele taal met een eigen lexicon en grammatica. Zo is bijvoorbeeld de volgorde van gebaren in een zin anders dan de volgorde van woorden in een Nederlandse zin. Gebarentaal is niet universeel. Elk land heeft zijn eigen nationale gebarentaal. Er zijn net als bij gesproken talen ook regionale verschillen. Nederland telt meer dan 30.000 gebarentalige doven en kent een sterk groeiende groep belangstellenden die beroepsmatig of uit persoonlijke interesse graag NGT willen leren.
Over Dovenschap
Dovenschap behartigt de belangen van doven en/of gebarentaligen en bewaakt het culturele en taalkundige erfgoed van de Nederlandse dovengemeenschap. Onder dove mensen verstaan wij iedereen met een auditieve beperking, ongeacht taalkeuze (gesproken Nederlands en/of Nederlandse Gebarentaal) en ongeacht hulpmiddelenkeuze (geen, hoorapparaten, CI of anders). Andere benamingen zijn Doof, doof, plotsdoof, laatdoof, slechthorend en doofblind.