Relatief veel ongunstige uitkomsten zijn er ook bij de jongeren tot 35 jaar

Laagopgeleiden en mensen met een migratieachtergrond hebben een lagere brede welvaart dan respectievelijk hoogopgeleiden en mensen zonder migratieachtergrond. Ook als rekening gehouden wordt met verschillen in onderwijsniveau, leeftijd en geslacht blijft de achterstand van mensen met een migratieachtergrond in stand. Dit meldt het CBS op basis van de Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals 2022.

Welvaart gaat over meer dan inkomen en vermogen. Ook bijvoorbeeld gezondheid, welzijn, arbeidsmarktsituatie, vertrouwen en de kwaliteit van de leefomgeving spelen een rol. Net als inkomen en vermogen is ook de totale brede welvaart niet gelijk over bevolkingsgroepen verdeeld.

De verdeling van de brede welvaart is gemeten aan de hand van dertien indicatoren voor de thema’s welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu. Een groep kan per indicator meer of minder dan gemiddeld scoren, of neutraal. Een afwijking van het gemiddelde is gunstig of ongunstig, al naar gelang het de brede welvaart verhoogt of verlaagt. Zoveel mogelijk zijn voor de indicatoren cijfers over 2021 genomen.

Vooral bij niet-westerse migratieachtergrond lagere brede welvaart
Bij alle dertien indicatoren is de uitkomst voor de groep mensen met een niet-westerse migratieachtergrond ongunstig. Voor mensen met een westerse achtergrond is dat acht keer het geval. De groep zonder migratieachtergrond heeft geen enkele ongunstige uitkomst en komt bij twaalf van de dertien indicatoren gunstig uit.

De veelal ongunstige situatie van mensen met een migratieachtergrond is alleen voor een deel gerelateerd aan verschillen in onderwijsniveau, leeftijdsopbouw of man-vrouwverdeling met de groep zonder migratieachtergrond. Ook als rekening gehouden wordt met deze verschillen, staan zowel mensen met een westerse als een niet-westerse migratieachtergrond op achterstand.

Ook lagere brede welvaart voor laagopgeleiden
Laagopgeleiden hebben negen van de dertien keer een ongunstige uitkomst. Hoogopgeleiden komen bij maar twee van de dertien indicatoren minder dan gemiddeld uit. Ook hier staat de achterstand van de groep met een lager onderwijsniveau los van verschillen in de andere achtergrondkenmerken. Als rekening gehouden wordt met verschillen naar leeftijd, geslacht en migratieachtergrond is het beeld voor laagopgeleiden nog iets ongunstiger.

Relatief veel ongunstige uitkomsten zijn er ook bij de jongeren tot 35 jaar. Ten opzichte van het gemiddelde doen 45- tot 75-jarigen het relatief vaak goed. De brede welvaart verschilt maar bij enkele indicatoren naar geslacht. Bij de meeste indicatoren is er geen verschil tussen mannen en vrouwen. Bij de indicatoren over ervaren gezondheid, nettoarbeidsparticipatie en vertrouwen in andere mensen is de situatie bij mannen gunstiger dan bij vrouwen, bij de indicator over slachtofferschap van traditionele criminaliteit is het andersom.

Mensen met wie het op meerdere vlakken slecht gaat vaak laagopgeleid
In het onderzoek is niet alleen naar groepsgemiddelden gekeken, maar ook naar de uitkomsten op persoonsniveau. De vraag die daarbij is beantwoord is in hoeverre gunstige dan wel ongunstige uitkomsten zich concentreren bij individuen. Dit is gedaan op basis van negen indicatoren van brede welvaart. In totaal was bij 26 procent van de mensen sprake van stapeling van gunstige uitkomsten. Dit betekent dat zij op minstens zeven van de negen indicatoren positief scoren. Bij 18 procent van de mensen was er stapeling van ongunstige uitkomsten. Daarvan is sprake bij drie of meer indicatoren met een negatieve score.

Op dit individuele niveau stapelen positieve uitkomsten van brede welvaartsindicatoren zich relatief op bij hoogopgeleiden en mensen van 45-64 jaar. Onder laagopgeleiden, mensen van 65 tot 74 en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond komt juist vaak stapeling van ongunstige uitkomsten voor. Als we rekening houden met onderlinge samenhang van de kenmerken leeftijd, geslacht, onderwijsniveau en migratieachtergrond blijkt onderwijsniveau het meest van belang voor het aantal indicatoren waarop mensen een gunstige of ongunstige uitkomst hebben.

Samenvattend scoren de laagopgeleiden en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond niet alleen gemiddeld minder goed, maar vaak ook komen in deze groepen meerdere ongunstige uitkomsten bij dezelfde mensen samen.

Kijk hier voor verdere informatie