Candida auris komt voor zover bekend op dit moment niet op grote schaal voor in Nederland
De schimmel Candida auris lijkt in de Verenigde Staten bezig aan een opmars. Het Radboudumc-CWZ Expertisecentrum Schimmelinfecties en het RIVM bereiden zich voor op een eventuele uitbraak in Nederland. Vijf vragen aan Hoogleraar klinische mycologie Paul Verweij, expert op het gebied van opsporing en behandeling van schimmelinfecties bij patiënten met sterk verminderde weerstand.
Wat is Candida auris?
Candida auris behoort tot de familie van de schimmels. Iedereen draagt schimmels bij zich, vaak in de darm, zonder dat ze daar ziek van worden. Bij mensen met een verminderde afweer kunnen schimmels in het bloed komen en een ernstige infectie veroorzaken. In de meeste gevallen betreft dit patiënten die al opgenomen zijn in het ziekenhuis. Candida auris is voor het eerst ontdekt in 2009 en lijkt zich in de laatste 15 jaar wereldwijd te verspreiden. Deze schimmel is ongevoelig voor veel geneesmiddelen. Onderzoek van het Radboudumc toonde in 2020 bijvoorbeeld aan dat Candida auris lastig te bestrijden is. Lees hier meer over dit eerdere onderzoek.
Hoe vaak komt het voor?
Candida auris komt voor zover bekend op dit moment niet op grote schaal voor in Nederland. De afgelopen jaren waren er vijf gevallen in Nederland. Het ging hierbij om patiënten die vanuit een ziekenhuis in het buitenland werden overgeplaatst naar een Nederlands ziekenhuis. Deze patiënten bleken de schimmel bij zich te dragen, maar werden er niet ziek van. In sommige landen komt Candida auris wel veel voor, zoals in de Verenigde Staten, India en verschillende landen in Afrika. In Europa is de schimmel in onder meer Spanje en Griekenland aangetroffen. Bij patiënten die vanuit een buitenlands ziekenhuis naar Nederland worden overgeplaatst, wordt volgens de richtlijnen onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van resistente bacteriën. Candida auris is nu toegevoegd aan dit protocol. Zo willen ziekenhuizen de schimmel tijdig signaleren en zo verspreiding voorkomen.
Hoe kunnen mensen het oplopen?
Candida auris loop je niet zomaar op, maar kan zich verspreiden in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Verspreiding kan plaatsvinden via besmetting van de handen of medische instrumenten. In tegenstelling tot de meeste soorten schimmels kan Candida auris namelijk overleven buiten het lichaam. De meeste mensen worden er niet ziek door; na besmetting kun je Candida auris bij je dragen zonder er last van te hebben.
Als bloedonderzoek de aanwezigheid van Candida auris aantoont, volgt vervolgonderzoek naar eventuele verspreiding onder andere patiënten. Dat willen we namelijk graag voorkomen, vooral als het kwetsbare patiënten betreft. Als verspreiding heeft plaatsgevonden spreken we van een uitbraak. Het Radboudumc-CWZ Expertisecentrum Schimmelinfecties en het RIVM zijn in Nederland de instanties voor advies en nadere typering van de gekweekte schimmels om een uitbraak snel in te dammen.
Welke symptomen horen bij een Candida auris infectie?
Mensen met een gezonde afweer worden over het algemeen niet ziek van Candida auris. Zij kunnen de schimmel zelf opruimen. Mensen met een verminderde afweer, bijvoorbeeld na een orgaantransplantatie, kunnen er wél ernstig ziek van worden. Er kan sprake zijn van een diepe infectie, waarbij Candida auris in de bloedbaan terecht komt. Dit veroorzaakt koorts. Er zijn antischimmelmedicijnen die de infectie tegengaan, maar in sommige gevallen is er sprake van resistentie en zijn ze niet effectief. Ongeveer 35% van de patiënten met een Candida auris infectie in de bloedbaan overlijdt.
Wat doen het Radboudumc en andere gezondheidsinstellingen?
Het Radboudumc-CWZ Expertisecentrum Schimmelinfecties is samen met het RIVM aangewezen als referentie- en surveillancelaboratorium. Binnen dit netwerk onderzoeken we de ernst van schimmelinfecties en volgen we trends in resistentie tegen antischimmelmedicijnen. We bereiden ons ook voor op de opkomst van nieuwe schimmels, zoals in dit geval Candida auris. Dat gebeurt onder meer door internationale samenwerking, methoden om de schimmel te typeren en richtlijnontwikkeling. Door in scène gezette uitbraken te oefenen verwachten we goed voorbereid te zijn als zich werkelijk een uitbraak voordoet in Nederland.
Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Paul Verweij, Jochem Buil (Radboudumc), Eelco Meijer (CWZ), Jacques Meis (CWZ) en Thijs Bosch (RIVM).
Bron: RadboudUMC