In Nederland krijgen kinderen vaccinaties tegen dertien besmettelijke ziektes die ernstig kunnen verlopen
Het aandeel baby’s en kleuters dat is gevaccineerd binnen het Rijksvaccinatieprogramma is vrijwel gelijk gebleven in vergelijking met vorig jaar. Bij kinderen vanaf 9 jaar is de vaccinatiegraad voor de meeste vaccinaties verder gedaald. Dat blijkt uit het rapport ‘Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland – verslagjaar 2024’. Het RIVM is positief over de stabilisatie, maar de vaccinatiegraad onder jonge kinderen verdient nog steeds aandacht. De verdere daling onder oudere kinderen vindt het RIVM zorgelijk. Een hoge vaccinatiegraad is belangrijk om mensen tegen ernstige ziektes te kunnen blijven beschermen en om uitbraken van deze ziektes te voorkomen.
In Nederland krijgen kinderen vaccinaties tegen dertien besmettelijke ziektes die ernstig kunnen verlopen. Het overgrote deel van de kinderen neemt vanaf de geboorte deel aan het Rijksvaccinatieprogramma. Uit het rapport blijkt dat de vaccinatiegraad voor de meeste vaccinaties bij baby’s en kleuters vrijwel gelijk is gebleven. Voor de BMR(bof, mazelen,rodehond)-vaccinatie (bof, mazelen en rodehond) en de vaccinatie tegen meningokokkenziekte typen A, C, W en Y bij baby’s is deze waarschijnlijk zelfs iets toegenomen.
Daling vaccinatiegraad meningokokkenziekte bij tieners
Bij tieners is juist een daling te zien in de vaccinatiegraad. Vooral bij de vaccinatie tegen meningokokkenziekte typen A, C, W en Y, die tieners op 14-jarige leeftijd krijgen aangeboden. Deze vaccinatie is in 2020 aan het Rijksvaccinatieprogramma toegevoegd vanwege een uitbraak van meningokokkenziekte type W. Het is belangrijk om te achterhalen wat de precieze oorzaken zijn van de afname in de vaccinatiegraad bij tieners.
Deels anonieme gegevens
De exacte vaccinatiegraad van de verschillende vaccinaties kan het RIVM niet meer geven. Sinds 1 januari 2022 ontvangt het RIVM een deel van de gegevens over vaccinaties anoniem. Dit komt doordat ouders en/of tieners niet altijd toestemming aan de jeugdgezondheidszorg geven om vaccinatiegegevens met persoonsgegevens te delen met het RIVM. Het is niet mogelijk om anonieme vaccinaties mee te tellen voor de vaccinatiegraad. De informatie die nodig is om de vaccinatiegraad te bepalen is dan namelijk niet bekend. Bijvoorbeeld in welk jaar het gevaccineerde kind is geboren. De geregistreerde vaccinatiegraad is daarom lager dan de werkelijke vaccinatiegraad.
Voor de geregistreerde vaccinatiegraad per infectieziekte verwijzen we naar het rapport ‘Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland – verslagjaar 2024’.
Ouders positief over vaccineren
Een peiling van het RIVM in 2023 liet opnieuw zien dat de meeste ouders positief denken over vaccineren. Dat jaar waren iets minder ouders van kinderen van 9 tot en met 14 jaar positief over vaccineren dan in 2022. Dit lijkt in lijn met de dalende vaccinatiegraad bij deze leeftijdsgroep. Bij ouders van kinderen die jonger zijn dan 3,5 jaar was er geen verschil te zien tussen 2022 en 2023.
Onderzoek verbeteren vaccinatiegraad
Vorig jaar is het RIVM gestart met een nieuw onderzoeksprogramma ‘SocioVax’. De eerste resultaten van dit programma geven meer inzicht in welke factoren een rol spelen bij de beslissing om wel of niet te kiezen voor vaccinatie. Ook is gekeken welke manieren voor professionals goed kunnen werken bij het ondersteunen van deze keuze en hoe vaccineren zo toegankelijk mogelijk kan worden gemaakt. Dit geeft zicht op waar er kansen liggen voor de Nederlandse praktijk om het vaccinatiebeleid verder te verbeteren.
Bron: RIVM