Voor het eerst zijn voor Nederland de maatschappelijke kosten van de ziekte van Lyme bepaald.
De ziekte blijkt jaarlijks bijna 20 miljoen euro te kosten. Ernstige infecties en langdurige klachten na de behandeling van Lyme veroorzaken het grootste deel van deze kosten. Overige kosten werden veroorzaakt door tekenbeten en milde infecties.
Kleine groep kost veel
Jaarlijks krijgen 25.000 mensen in Nederland de ziekte van Lyme. Dat kost elk jaar 19,3 miljoen euro. Ongeveer 1.500 patiënten krijgen een ernstige infectie. Dit draagt met 7,2 miljoen euro bij aan 37% van de totale kosten. Ook houden jaarlijks ongeveer 1.000 patiënten langdurige klachten na behandeling. Deze langdurige klachten kosten jaarlijks 5,2 miljoen euro, 27% van de totale kosten. Deze beide groepen krijgen vaak duurdere behandelingen voorgeschreven, worden soms in het ziekenhuis opgenomen en kunnen vaker niet werken. Daardoor veroorzaken zij het grootste deel van de totale jaarlijkse kosten.
Opbouw kosten
De kosten van een ziekte bestaan uit de kosten binnen de gezondheidszorg, kosten door werkverzuim en de kosten die patiënten zelf betalen. Deze kosten van een ziekte worden berekend over de hele bevolking.
Preventie en snelle behandeling
Naast preventie van tekenbeten en snelle behandeling van milde infecties, is het voorkomen en behandelen van ernstige en langdurige klachten dus ook belangrijk vanwege de hoge maatschappelijke kosten. Toch blijft de belangrijkste preventieve maatregel om te controleren op tekenbeten nadat mensen in het ‘groen’ zijn geweest. Bijvoorbeeld na bezoek aan het bos, de duinen, maar ook het park, de speeltuin of na verblijf in de tuin. Verwijder een teek zo snel mogelijk als hij gebeten heeft. Hoe langer de teek in de huid zit, hoe groter de kans dat de teek ziekteverwekkers overdraagt.
Tekenbeten en Lyme
Informatie over tekenbeten en de ziekte van Lyme, waaronder controleren op tekenbeten en verwijderen van een teek kunt u vinden op www.tekenradar.nl. Als u een tekenbeet of de ziekte van Lyme hebt, kun u zich ook aanmelden voor onderzoek op www.tekenradar.nl.
Bron: RIVM