Nederlandse openbare apotheken verstrekten in 2016 75% meer DOAC’s dan in het jaar daarvoor.
Gebruikscijfers over de eerste drie maanden van 2017 laten zien dat deze trend ook dit jaar doorzet. Door de verruiming van de vergoedingsvoorwaarden initiëren nu ook huisartsen in beperkte mate het gebruik van deze middelen. Dit meldt de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Sinds 2008 staan behandelaars ter voorkoming van trombose een nieuwe groep middelen ter beschikking. Dit zijn de DOAC’s. De afkorting DOAC staat voor direct werkende orale anticoagulantia. In de Engelstalige literatuur raakt de afkorting NOAC’s weer in zwang. Die staat voor non-VKA oral anticoagulants.
Voor de komst van de DOAC hadden behandelaren alleen maar de keus uit coumarinederivaten ofwel de vitamine K-antagonisten (VKA). Toen de DOAC’s pas op de markt waren, werd de inzet van deze middelen vooral vanwege de hoge prijs beperkt door zeer strikte voorwaarden. Nadat de minister eind 2012 geheime prijsafspraken met de fabrikanten maakte, mochten de geneesmiddelen voor meer indicaties worden vergoed. Vanaf toen zijn de DOAC’s aan een opmars begonnen, die nog niet ten einde is.
Ook in 2016 steeg het gebruik gemeten in standaarddagdoseringen (DDD) met 75%. Dat is fors meer dan in 2015 toen de toename nog ‘maar’ ongeveer 50% bedroeg.
Meeste gebruikers
Met 67.000 gebruikers in 2016 was rivaroxaban (Xarelto) de meest toegepaste DOAC, gevolgd door dabigatran (Pradaxa) met 46.000 gebruikers. Apixaban (Eliquis) kende 36.000 gebruikers en van edoxaban (Lixiana), dat pas in juni 2015 door de fabrikant is geregistreerd, zijn het er tweeduizend. Dit laatste middel wint snel aan terrein, want in de eerste drie maanden van dit jaar verdubbelde het aantal gebruikers.
Bij het aantal gebruikers is van belang te weten dat de SFK geen onderscheid maakt tussen kort- of langdurend DOAC-gebruik. Kortdurend gebruik gebeurt bijvoorbeeld na een heup- of knievervangende operatie. Chronisch gebruik van DOAC’s kan bijvoorbeeld ter preventie van cardiovasulaire aandoeningen en systemische embolie bij atriumfibrilleren.
Niet alle DOAC’s zijn geregistreerd voor dezelfde indicaties. Rivaroxaban kent de meeste indicaties (vier) en edoxaban de minste (twee). Voor het eerst neemt het aantal gebruikers van de vitamine K-antagonisten af. Het aantal gebruikers daarvan bleef in de jaren 2013 tot en met 2015 nagenoeg gelijk op 460.000. Dat aantal is vorig jaar met bijna 10% afgenomen tot zo’n 420.000.
Verruiming voorwaarden
Eind 2012 werd het aantal indicaties waarvoor het gebruik van de DOAC’s werd vergoed, uitgebreid. In de zomer van 2016 heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap geconcludeerd dat DOAC’s een gelijkwaardig alternatief zijn voor de coumarinederivaten. Sindsdien hebben de zorgverzekeraars hun vergoedingsvoorwaarden van DOAC’s verruimd en vergoeden zij de DOAC’s ook als huisartsen het gebruik initiëren.
Uit cijfers van de SFK over de eerste maanden van 2017 blijkt dat inmiddels een kleine 10% van de eerste uitgiften plaatsvindt op basis van een huisartsrecept.
Bron: SFK