Net als in 2016 en 2017 kwamen er vooral mensen bij door migratie

De Nederlandse bevolking groeide in 2018 met naar schatting 104 duizend inwoners. Het groeitempo was vergelijkbaar met dat van de afgelopen twee jaar. Net als in 2016 en 2017 kwamen er vooral mensen bij door migratie. Inmiddels telt Nederland bijna 17,3 miljoen inwoners. Dat blijkt uit de nieuwste ramingen van het CBS.

Hoewel nog niet alle gegevens voor het jaar 2018 zijn verwerkt, verwacht het CBS dat zich 88 duizend meer mensen in Nederland vestigden dan er vertrokken. Dit aantal is iets hoger dan het jaar ervoor. Daarnaast werden 16 duizend meer kinderen geboren dan er mensen overleden. De natuurlijke aanwas komt daarmee lager uit dan in 2017. De bijdrage van het saldo van geboorte en sterfte aan de totale groei is inmiddels gedaald tot 15 procent. Vorig jaar was dat nog 20 procent.

Immigratie opnieuw hoger
Het aantal immigranten dat zich in Nederland inschrijft vertoont sinds 2005 een stijgende lijn. Ook in 2018 was er een toename ten opzichte van het jaar ervoor: er vestigden zich naar schatting 241 duizend personen, tegen 235 duizend in 2017. In 2015 en 2016 zorgde vooral het conflict in Syrië voor een grotere instroom van asielmigranten. Deze toestroom is inmiddels gedaald, maar er kwamen meer andere groepen migranten, vooral vanuit Europese landen.

Een deel van de immigranten vertrekt na kortere of langere tijd, en er is een substantiële groep mensen met een Nederlandse achtergrond die ergens anders gaan wonen. In 2018 vertrokken naar schatting 153 duizend personen, waardoor er per saldo 88 duizend mensen bij kwamen. De groep met een Poolse achtergrond had opnieuw het hoogste migratiesaldo (9 duizend tot en met november), gevolgd door personen met een Indiase migratieachtergrond (bijna 6 duizend) en mensen uit landen van de voormalige Sovjet-Unie. Ook kwamen meer mensen met een Syrische achtergrond naar Nederland dan er vertrokken (bijna 5 duizend).

Geboortecijfer verder gedaald

Het aantal kinderen dat geboren wordt, is sinds 2010 gedaald. Al enkele jaren zijn dat er ongeveer 170 duizend per jaar, een vergelijkbaar aantal als midden jaren tachtig. Vooral minder jonge vrouwen krijgen kinderen. De gemiddelde leeftijd van vrouwen bij de geboorte van het eerste kind is de laatste jaren weer verder opgelopen, het gemiddeld kindertal is gedaald. In 2010 werden er nog 1,8 kinderen per vrouw geboren, in 2018 zoals het er nu uitziet nog maar 1,6.

Hoge sterfte in het eerste kwartaal
Het lage geboortecijfer ging samen met een relatief hoge sterfte. In het eerste kwartaal van 2018 overleden naar verhouding veel mensen en was sprake van een sterfteoverschot. Het jaar kende twee hittegolven, maar deze hebben niet geleid tot veel meer sterfte. Alleen onder 80-plussers overleden meer mensen dan in een normale zomerweek.