Dit blijkt uit nieuwe cijfers over medisch geschoolden van het CBS
Eind 2018 waren er ruim 13,7 duizend huisartsen met een actieve registratie in het register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) opgenomen. Van deze huisartsen was het overgrote deel werkzaam in een praktijk. Het aandeel werkzame huisartsen van 50 jaar of ouder daalde van 42,4 procent in 2013 naar 39,6 procent in 2018. In een aantal provincies met krimpregio’s was dit percentage 50 procent of hoger. Het aandeel vrouwelijke huisartsen in praktijken nam in dezelfde periode juist toe van 50,0 naar 58,1 procent. Dit blijkt uit nieuwe cijfers over medisch geschoolden van het CBS.
Van alle huisartsen in 2018 was 81,6 procent (11,2 duizend huisartsen) werkzaam in een praktijk. Dat kan zijn in een eigen praktijk, in loondienst of als zzp’er. Daarnaast waren 495 huisartsen (3,6 procent) in een andere zorgsector werkzaam, waren 395 huisartsen (2,9 procent) werkzaam buiten de zorg en hadden net iets meer dan duizend (7,6 procent) huisartsen een hoofdinkomen uit een uitkering of pensioen. Een BIG-registratie is doorgaans 5 jaar geldig, waardoor het kan voorkomen dat geregistreerde huisartsen inmiddels niet meer als zodanig werkzaam zijn.
Huisarts vaker vrouw
Van alle in een praktijk werkzame huisartsen in 2018 was 58,1 procent vrouw. In 2013 was dit nog 50,0 procent. Het aantal in een praktijk werkzame vrouwelijke huisartsen steeg tussen 2013 en 2018 met 30,7 procent. Hiertegenover stond een daling met 5,7 procent van het aantal mannelijke huisartsen in dezelfde periode. De verandering tussen 2013 en 2018 is goed zichtbaar in de leeftijdscategorie 35 tot 50 jaar. In vijf jaar daalde in deze leeftijdscategorie het aantal mannelijke huisartsen met 60 tot bijna 1600 in 2018, het aantal vrouwelijke huisartsen nam met 610 toe tot 3400 in 2018.
Het aandeel oudere huisartsen verschilt tussen mannen en vrouwen. In 2018 was 57,3 procent van de mannelijke huisartsen ouder dan 50 jaar, van de vrouwen was dit 25,5 procent. Driekwart van de vrouwelijke huisartsen was jonger dan 50 jaar.
Lichte stijging werkzame uren
Van alle in een praktijk werkzame huisartsen werkten er 1,1 duizend (9,8 procent) in loondienst. Het gemiddeld aantal werkzame uren van alle huisartsen in loondienst steeg van 28,2 uur per week in 2013 naar 28,4 uur per week in 2018. Het merendeel van de in een praktijk werkzame huisartsen in loondienst werkte drie tot vier dagen per week.
Het aandeel huisartsen in loondienst bij praktijken was met 14,2 procent bij vrouwen hoger dan bij mannen (3,8 procent). Het gemiddeld aantal werkzame uren van de vrouwelijke huisartsen in loondienst steeg licht van 26,7 uur naar 27,4 uur per week in 2018. Bij mannen daalde dit van 34,4 uur naar 33,4 uur.
Groter aandeel oudere huisartsen woont in krimpregio’s
In Zuid- en Noord-Holland woonden in 2018 de meeste werkzame huisartsen, respectievelijk 2,4 duizend en 2,3 duizend. Het minste aantal werkzame huisartsen woonde in Fryslân (390), Drenthe (355), Zeeland (200) en Flevoland (140). Uit cijfers van het Nivel blijkt dat er in Flevoland meer huisartsen werkten dan woonden. Er zijn dus huisartsen die forensen vanuit andere provincies naar Flevoland.
Het relatieve totaal aantal werkzame huisartsen van ouder dan 50 jaar is gedaald van 42,4 procent in 2013 naar 39,6 procent in 2018. Deze percentages lopen per provincie uiteen. In Drenthe was het relatieve aantal werkzame huisartsen van 50 jaar of ouder gestegen van 44,6 procent (2013) naar 46,5 procent (2018). In Zeeland en Flevoland was het percentage oudere huisartsen het hoogst, te weten 55,0 procent en 57,1 procent. In een aantal provincies met krimpregio’s ligt dit percentage dus fors hoger dan het landelijke gemiddelde. Het aantal werkzame huisartsen van jonger dan 35 jaar was in deze provincies ook relatief laag, en niet of nauwelijks gestegen tussen 2013 en 2018.