Insuline wordt vooral gebruikt door mensen met diabetes type 1, die zelf (vrijwel) geen insuline aanmaken
Openbare apotheken verstrekten in 2021 aan 740.000 mensen een non-insuline antidiabeticum, ruim 20.000 personen meer dan in 2020. De geneesmiddelkosten namen toe tot € 113 miljoen, een stijging van bijna 20%. Dit komt vooral door meer gebruik van duurdere middelen. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
In 2021 ontvingen 850.000 mensen ten minste één verstrekking van diabetesmedicatie in een openbare apotheek, 2% meer dan in 2020. 300.000 mensen kregen een insuline en 740.000 mensen een non-insuline antidiabeticum. 190.000 mensen gebruiken middelen uit beide groepen.
Bij diabetes type 2 maken mensen wel zelf insuline aan, maar onvoldoende of het lichaam reageert er niet meer goed op. Een non-insuline antidiabeticum helpt dan de productie van insuline door de alvleesklier te verhogen of om de organen gevoeliger te maken voor de werking van insuline. Voor patiënten met diabetes type 2 is metformine doorgaans de eerste stap bij een medicamenteuze behandeling.
Kosten metformine
Metformine, al dan niet in een vaste combinatie met een ander diabetesmiddel, werd in 2021 door 670.000 mensen gebruikt (2% meer dan een jaar eerder). De meeste patiënten gebruiken metformine. De geneesmiddelkosten van metformine stegen in 2021 met 20% terwijl het aantal gebruikers slechts beperkt toenam. Deze kostenstijging wordt vooral veroorzaakt door prijsverhogingen van een aantal producten met metformine.
De herziene NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (november 2021) adviseert om voortaan bij zeer-hoogrisicopatiënten op cardiovasculair gebied eerder te starten met een SGLT-2-remmer of een GLP-1-agonist. Uit recent onderzoek blijkt dat deze bloedglucoseverlagende middelen voor een afname van de kans op hart- en vaatziekten zorgen.
De aanpassing van de standaard zorgde voor een oplopend aantal starters met de duurdere SGLT-2-remmers in de laatste maanden van 2021 ten opzichte van daarvoor. Het aantal gebruikers van SGLT-2-remmers verdubbelde in 2021 tot ruim 40.000 en bij de GLP-1-agonisten nam dit toe met bijna 40% tot 58.000. De geneesmiddelkosten bij de SGLT-2-remmers namen toe met 36% tot € 13 miljoen, bij de GLP-1-agonisten nam dit toe met 20% tot € 55 miljoen.