De minister van VWS heeft bekendgemaakt dat het ministerie Juzt hierbij wil helpen
“We zijn inderdaad bezig met betrokken gemeenten om de mogelijkheden te onderzoeken om onze zorgprogramma’s (voor jeugdigen en vrouwen) en de medewerkers op de juiste/correcte wijze over te dragen aan partijen die de werkzaamheden voor jeugdzorg en vrouwenopvang van ons kunnen overnemen.” Dat zegt Juzt-bestuursvoorzitter Esther Overweter naar aanleiding van berichtgeving, vandaag 16 juli, in BN DeStem en de PZC.
16 juli heeft de minister van VWS bekendgemaakt dat het ministerie Juzt hierbij wil helpen. “Vanuit Den Haag krijgen wij voor de overgangsperiode een lening van (maximaal) 3 miljoen euro, om de zorgoverdracht gecontroleerd te laten verlopen. Verder worden zogeheten waarborghypotheken (ter waarde van 1,6 miljoen euro) geroyeerd en kunnen we een maximaal bedrag van 500.000 euro subsidie aanvragen om dit grote veranderingsproces c.q. overdrachtstraject te laten ondersteunen.”
“Deze financiële lening van het ministerie nemen we in grote dankbaarheid aan”, stelt Overweter.
“Zo kunnen we Juzt en haar cliënten en medewerkers op een juiste wijze overdragen aan andere zorgverleners. Wij zullen het proces-van-overdracht samen met het ministerie en de betrokken gemeenten zorgvuldig oppakken en afhandelen.”
9 juli jl. heeft Juzt overleg gevoerd met het ministerie en gemeenten in de regio’s West-Brabant-Oost en West-Brabant-West over de continuïteit van de jeugdzorg. Zoals bekend verkeert Juzt al enige tijd in financieel zwaar weer. Vorig jaar constateerde Juzt zelf al dat het niet zelfstandig verder kon, en dat Juzt op zoek moest naar een fusiepartner. “Dit zoekproces heeft helaas niet tot een positief resultaat geleid; we hebben – na lang zoeken – geen fusiepartner gevonden.”
En: “We doen het allemaal om de continuïteit van de jeugdzorg – voor weinig voorkomende specialistische jeugdhulp – en vrouwenopvang (totaal 1800 mensen/cliënten) te waarborgen. Zij staan – evenals onze medewerkers bovenaan”, aldus Overweter. De Juzt-cliënten komen uit 19 jeugdregio’s. “Net als het ministerie vinden wij de gemaakte afspraken van groot belang – ook nu weer: allemaal in het belang van onze 1800 cliënten en 500 medewerkers!”
De planning is om begin september een besluit te nemen over de daadwerkelijke uitvoering van ons plan. “Hierover zullen wij ook pro-actief communiceren met onze direct betrokken stakeholders.”