De omzet van een apotheek bestaat uit geneesmiddelenkosten en uit vergoedingen voor de dienstverlening van de apotheek
De gemiddelde openbare apotheek zag in 2018 de omzet aan farmaceutische zorg uit het basispakket met 0,8% stijgen naar bijna € 2,23 miljoen. Het deel bedoeld voor vergoeding van zorgactiviteiten nam weliswaar toe met 0,9%, maar dat is maar een derde van de loonkosten-compensatie elders in de zorg. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Gemiddeld verstrekte een openbare apotheek in 2018 aan 7300 personen 115.900 keer een geneesmiddel ten laste van het basispakket. Dat zijn 2,5% minder verstrekkingen dan in 2017. Het aantal verstrekkingen per apotheek nam hiermee voor het tweede jaar op rij af. Deze daling komt vooral omdat apotheken – hiertoe gestimuleerd door zorgverzekeraars – de frequentie van weekleveringen van medicijnrollen verder verlaagden. Uitgedrukt in standaarddagdoseringen (DDD’s) – een maat voor de hoeveelheid verstrekte geneesmiddelen – nam de vraag naar zorg met ongeveer 0,4% licht toe.
Vergoeding
De omzet van een apotheek bestaat uit geneesmiddelenkosten en uit vergoedingen voor de dienstverlening van de apotheek. De gedeclareerde geneesmiddelenkosten stegen afgelopen jaar gemiddeld per apotheek met 0,7% tot € 1.555.000, terwijl de vergoeding voor de dienstverlening met 0,9% toenam tot € 669.000. Deze vergoeding bestaat voor het overgrote deel uit tarief-inkomsten voor het ter hand stellen van receptplichtige geneesmiddelen.
De stijging van de tariefinkomsten blijft met 0,9% ver achter bij de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (OVA). De OVA wordt berekend door het Centraal Planbureau op basis van de cao’s en loonkostenontwikkelingen. De OVA wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gehanteerd bij de tariefvaststelling in andere zorgsectoren en bedroeg 2,96% voor 2018. Voor 2019 komt de OVA nog hoger uit, namelijk op 3,42%. Sinds 2012 bemoeit de NZa zich echter niet meer met de tarieven in de farmacie.
Apotheekverschillen
Bovenstaande cijfers gelden voor de gemiddelde openbare apotheek. Reguliere wijkapotheken maken daarvan het overgrote deel uit, waardoor de cijfers ook een redelijk beeld geven van de gemiddelde wijkapotheek, maar niet van de dienstapotheken en poliklinische apotheken. Voor dienst-apotheken zijn de cijfers vrijwel gelijk aan die over 2017. Zo verstrekte de gemiddelde dienstapotheek in 2018 aan 14.600 personen 24.000 keer een geneesmiddel en bedroeg de gemiddelde omzet bijna € 700.000.
De tariefinkomsten komen uit op € 576.000, gemiddeld bijna € 24 per verstrekking. De terhandstellingstarieven, die sterk tussen de dienstapotheken variëren, worden in overleg met zorgverzekeraars transparant en kostendekkend vastgesteld.
Uit cijfers van de SFK blijkt dat poliklinische apotheken in 2018 gemiddeld 84.000 keer aan 23.000 personen een pakketgeneesmiddel verstrekten. De bijbehorende omzet bedroeg ruim € 4,5 miljoen, een toename van bijna 12% in vergelijking met 2017. Van dit bedrag was € 787.000 bestemd als vergoeding voor de zorgverlening. In deze cijfers zijn die van Orkambi (bij taaislijmziekte) niet betrokken, omdat dit naar verhouding dure middel maar in een zeer beperkt aantal apotheken wordt verstrekt.