De zorg voor mensen die niet meer thuis kunnen wonen is steeds meer maatwerk. Goede zorg is niet alleen veilig, maar ook gericht op de wensen en behoeften van bewoners.
Daarom kijkt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) tijdens bezoeken vooral of de zorg naast veilig ook goed en persoonsgericht is: startpunt van de zorg is de wens van de cliënt. Die ontwikkeling is al enkele jaren bezig en nu vastgelegd in een nieuw toetsingskader. Daarin staat waar een inspecteur onder andere naar kijkt tijdens een inspectiebezoek. De inspectie start met het nieuwe toetsingskader bij het toezicht in de gehandicaptenzorg en ouderenzorg.
Veel tijd in huiskamers
Tijdens een bezoekdag zijn de inspecteurs veel aanwezig op verschillende afdelingen en in huiskamers. Daar observeren ze cliënten en medewerkers. Zo krijgen de inspecteurs een beeld van hoe men daar leeft en werkt. Ze kijken bijvoorbeeld hoe medewerkers cliënten aanspreken en hoe het contact tussen cliënten en medewerkers is. Ook kijken de inspecteurs waarom bijvoorbeeld vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet.
Daarnaast praten inspecteurs met bewoners en hun vertegenwoordigers, medewerkers, behandelaren en de cliëntenraad. Ook bekijken ze cliëntdossiers. Als dat kan, zijn inspecteurs ook aanwezig bij een overleg of een overdracht tussen twee diensten.
Toetsingskader: drie pijlers
Wanneer is zorg goed? Als een cliënt zorg op maat krijgt. Als de deskundigheid van de medewerkers past bij de groep mensen voor wie ze zorgen. Als de medewerkers goed worden ondersteund door leidinggevenden. Daarom zijn dat de drie pijlers van het toetsingskader (pdf-bestand, 390 kB): persoonsgerichte zorg, deskundigheid van medewerkers en hoe leidinggevenden ervoor zorgen dat medewerkers goede en veilige zorg kunnen leveren.
Inspecteurs beoordelen altijd deze onderwerpen tijdens een bezoek. Of ze ook andere onderdelen van de zorg beoordelen is afhankelijk van de situatie. Als dat nodig is, kijken inspecteurs ook uitgebreider naar bijvoorbeeld medicatieveiligheid en vrijheidsbeperking. In haar oordeel zal de inspectie uitdrukkelijk meewegen hoe een organisatie leert en verbetert.
Zie ook deze infographic van het toetsingskader (pdf-bestand, 109 kB).
Oordeel inspectie
Tot nu toe oordeelde de IGZ per norm of de instelling er wel of niet aan voldeed. Dat vond de inspectie te beperkt. Daarom oordeelt de inspectie vanaf nu als volgt:
- De locatie/afdeling voldoet aan de norm.
- De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De instelling is goed op weg maar verbetering is mogelijk.
- De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De instelling heeft een start gemaakt maar is nog niet op het gewenste niveau.Verbetering is dus nodig.
- De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm.
Vervolg
Vanaf 12 maart gebruikt de IGZ het nieuwe toetsingskader voor het toezicht op de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Later dit jaar gaat de inspectie het ook gebruiken bij toezichtbezoeken in de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg.