Een mogelijke oorzaak is dat wijkverpleegkundigen worden beïnvloed door anderen, zoals mantelzorgers of zorgverzekeraars
Sinds 2015 hebben wijkverpleegkundigen de taak om te indiceren welke zorg een cliënt nodig heeft. Uit onderzoek van het Nivel blijkt dat wijkverpleegkundigen die aangeven beïnvloed te worden door anderen, zoals mantelzorgers en zorgverzekeraars, zich minder vrij voelen om juist die zorg te indiceren die nodig is voor hun cliënten. Het onderzoek is uitgevoerd met het Nivel Panel Verpleging & Verzorging en het artikel met de onderzoeksresultaten is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Health Science Reports.
Bij het indiceren van de benodigde zorg voor een cliënt baseren wijkverpleegkundigen zich op de zorgbehoefte en persoonlijke situatie van die cliënt. Er zijn signalen dat wijkverpleegkundigen verschillend indiceren bij vergelijkbare cliënten. Eén mogelijke oorzaak is dat wijkverpleegkundigen worden beïnvloed door anderen, zoals mantelzorgers of zorgverzekeraars. In ons vragenlijstonderzoek gingen we na of wijkverpleegkundigen zich bij het indiceren vrij voelen om de zorg die een cliënt nodig heeft ook te indiceren. Daarbij onderzochten we in hoeverre zij daarbij worden beïnvloed door anderen.
Zorg indiceren die nodig is
Een deel van de wijkverpleegkundigen geeft aan dat ze bij het indiceren worden beïnvloed, bijvoorbeeld door mantelzorgers van de cliënten (44%), door eigen collega’s (43%) of door zorgverzekeraars (35%). De wijkverpleegkundigen die aangeven beïnvloed te worden door mantelzorgers en zorgverzekeraars, blijken zich minder vrij te voelen bij het indiceren. Toch hoeft de invloed van anderen niet per se ongewenst te zijn. Zo kunnen mantelzorgers ook informatie over de cliënt geven die de wijkverpleegkundige in staat stelt de zorg meer op maat te indiceren. Anderzijds kunnen zij ook juist vragen om meer zorg dan volgens de wijkverpleegkundige nodig is. Verder onderzoek moet uitwijzen op welke manier ongewenste beïnvloeding voorkomen kan worden.