De oren van pasgeborenen hebben de unieke eigenschap dat ze vlak na de geboorte heel slap en plooibaar zijn
Met een spalkje en wat tape is de vorm van de oorschelpen van pasgeborenen met flaporen te verbeteren. Zo voorkom je een operatie op latere leeftijd. Dit werd al aangetoond in de tachtiger jaren, maar het was niet duidelijk tot welke leeftijd dit werkte. Utrechts onderzoek door plastisch chirurg Marieke van Wijk laat nu zien dat als het kind bij het starten van spalken niet ouder is dan zes weken, een operatie op latere leeftijd niet nodig is.
De oren van pasgeborenen hebben de unieke eigenschap dat ze vlak na de geboorte, onder de invloed van de oestrogenen van de moeder, heel slap en plooibaar zijn. In de weken na de geboorte ebt dit effect weg en wordt het kraakbeen stugger. Marieke: “Als in deze fase een oor in een gewenste vorm gebracht wordt met een spalkje, en daar enkele weken wordt gehouden, is de vorm van het oor te verbeteren.”
Spalken versus opereren
Vanuit een functioneel oogpunt zijn oorschelpen niet meer dan ornamenten aan ons hoofd. Oren helpen een beetje met het opvangen van geluid en het kwijtraken van warmte, maar hebben vooral een sociale rol. Zo dragen ze de brillen of sieraden van mensen. Oren kunnen ook anders zijn. Wanneer dat het geval is, dan valt dat op en maken mensen er grappen over. Jaarlijks laten zo’n 2500 mensen in Nederland hun afstaande oren operatief corrigeren.
“Het spalken van oren is een manier om die stap te voorkomen. Onze wetenschappelijke studie, waarbij we 132 baby’s met afstaande oren spalkten tot een half jaar oud, liet zien dat er een redelijke kans op succes is wanneer het kind niet ouder is dan zes weken. Twee van de drie kinderen hadden een goed resultaat.” Bij kinderen ouder dan zes weken nam het effect al snel af. “Bij hen bleek het lastiger om de tape op zijn plek te houden en het spalken moet ook langer worden volhouden.” De spalkduur bleek toe te nemen met de leeftijd.
Ethische verantwoording
Het advies om gezonde oorschelpafwijkingen bij baby’s zo vroeg mogelijk te spalken raakt de grens tussen ziektebehandeling en lichaamsverbetering.
“Het is de vraag of dit wenselijk is. Voor het individu is het ethisch volledig verantwoord oren te spalken. Zonder chirurgie kun je de vorm normaliseren en de risico’s zijn vergelijkbaar of kleiner dan gangbare behandelingen bij kinderen. Ouders kunnen deze beslissing nemen voor hun kind, de keus hiervoor kan ook niet worden uitgesteld tot het kind oud genoeg is om zelf te beslissen,” licht Marieke toe. “Maar wil je ouders in een vroeg stadium actief wijzen op een niet medische afwijking van hun pasgeboren kind?”
Daarnaast kan het ook effect hebben op de samenleving. “Actieve promotie van oor-spalkjes brengt mogelijk de gedachte naar voren dat afstaande oren niet de bedoeling zijn. Maar het is geen ziekte en de correctie van afstaande oren is niet een behandeling maar een verbetering.”
Een idee zou kunnen zijn om bij de nationale gehoortest, die een kind in de eerste weken na de geboorte krijgt, ook naar de vorm van het oor te kijken. En dan de ouders op de mogelijkheden te wijzen. De World Health Organisation (WHO) heeft echter criteria opgesteld voor screeningsprogramma’s en een screening op afstaande oren voldoet niet aan deze criteria. “Een te verantwoorden alternatief is om verloskundigen, huisartsen, consultatiebureauartsen en verpleegkundigen voor te lichten over deze mogelijkheid en dan zelf te laten spalken of te verwijzen. Dit wordt nu nog niet gedaan. Vooral omdat het bij niemand in de dagelijkse praktijk past. Het is het bespreken waard”, aldus Marijke. Zij promoveerde eind april op dit onderwerp.